Figuur 21
1. Stelschroef maaihoogte
2. Ploegbout en
flensborgmoer
2.
Bevestig de maaihoogte-eenheden met de
eerder verwijderde ploegbout, moer en speciale
ring op de zijplaten van de maai-eenheid
21).
3.
Beng schroefdraadborgmiddel van gemiddelde
sterkte (b.v. blauwe Loctite® 243) aan op de
borstbouten voordat ze worden gemonteerd op
de stelarmen.
4.
Aan de kant van de aandrijfkast van de
groomer: plaats de stelarmstang van de
maaihoogtebeugel aan de binnenkant van de
aandrijfkast van de groomer, en monteer deze
met een borstbout en een geharde onderlegring
zoals in
Figuur
22. Draai de borstbout vast met
16 tot 22 N·m.
g349744
3. Maaihoogtebeugel
(Figuur
1. Geharde ring
2. Stang van de stelarm
5.
Aan de kant van de spanpoelie: monteer de
stang van de stelarm op de spanpoelie eenheid
met een borstbout door de as van de stelarm,
tot in de instelhuls zoals in
borstbout vat met 20 tot 26 N∙m.
1. Instelhuls
2. Stang van de stelarm
6.
Steek de as van de voorrol tussen de
maaihoogtebeugels, centreer de as en bevestig
12
Figuur 22
3. Borstbout
Figuur
23, draai de
Figuur 23
3. Borstbout
g349746
g349745