1.4 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Leef de veiligheidswaarschuwingen na
voor een veilig gebruik van het apparaat.
• Dompel het apparaat, de
voedingskabel of de stekker niet onder in
water of een andere vloeistof.
• Gebruik het apparaat niet als de
voedingskabel of de stekker beschadigd
is of als het apparaat op de grond is
gevallen of op een of andere manier
schade heeft opgelopen.
• Plaats het apparaat niet op of nabij een
werkend fornuis/kookplaat (gas of
elektrisch) of in een (warme) oven.
• De voedingskabel van het apparaat is
kort, om ongevallen te voorkomen.
Gebruik geen verlengsnoer.
• Laat het apparaat in geval van een
defect uitsluitend door een
gekwalificeerd technicus repareren.
• Schakel het apparaat onmiddellijk na
het gebruik uit.
• Probeer vlammen/brand niet te doven
met water: schakel het apparaat uit, haal
de stekker uit het stopcontact en bedek
het vuur met een deksel of een
brandwerende deken.
• Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór het gebruik van het
apparaat.
• Voer geen wijzigingen uit aan dit
apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te
repareren, zonder tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Als de voedingskabel beschadigd is,
moet men onmiddellijk contact opnemen
met een servicecentrum.
Waarschuwingen
Voor dit apparaat
• Tijdens de functionering kan de
broodrooster erg warm worden. Raak
de warme oppervlakken niet aan.
Gebruik de knop en de
bedieningsfuncties, de roosterhendel en
de optionele accessoires.
• Haal de stekker uit het stopcontact als
de broodrooster niet functioneert, vóór u
deze schoonmaakt, of in het geval van
een defect. Laat het apparaat afkoelen
vóór u het schoonmaakt.
• Brood kan aanbranden. Gebruik het
apparaat niet in de buurt van of onder
ontvlambare materialen, zoals
bijvoorbeeld gordijnen.
• Verifieer of de hendel van de
broodrooster omhoog is bewogen
alvorens u de stekker in het stopcontact
steekt of eruit haalt.
• Verzeker u ervan dat lucht ongehinderd
rondom de broodrooster kan circuleren.
Leg geen voorwerpen op de
broodrooster.
• Probeer het brood niet uit de werkende
broodrooster te verwijderen.
• Plaats geen metalen voorwerpen zoals
messen, vorken of lepels op het
apparaat tijdens gebruik ervan.
• Maak de broodrooster niet schoon met
metalen voorwerpen zoals messen,
vorken of lepels.
• Het apparaat mag niet worden
schoongemaakt door kinderen die niet
onder toezicht staan.
71