Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING
Met het oog op het plaatsen van kabels krijgt u de beste
resultaten als de stuurkabels afgezonderd van de laskabels
worden geleid. Dit minimaliseert de mogelijkheid van
interferentie tussen de hoge stroomsterktes die door de
laskabels stromen en de laagniveau signalen in de
stuurkabels.
Deze aanbevelingen gelden zoor alle
communicatiekabels met inbegrip van de ArcLink®-
aansluitingen.
De aansluiting tussen de stroombron
®
en de STT
module (Arclink
differentiale I/O-uitlopers)
De uitloperaansluitingen op de STT® Module bevatten
alle signaal- en stroomleidingen die nodig zijn voor goede
werking. Als de STT® Module stevig is bevestigd aan
de voedingsbron, verbind dan de uitlopers aan de
respectievelijke contrastekkers op de achterkant van de
stroombron conform het aansluitschema dat zich bevindt
in het hoofdstuk "Installatie".
Speciale instructies: K2921-1
Een speciale ArcLink® en Differentiale I/O stekkerset
wordt meegeleverd met de STT® Module voor installatie
in de basisstroombron. Volg de aanwijzingen die bij de
set zitten (referentie: instructieblad M22499-1).
Elektrode en werkaansluitingen
Sluit de elektrode en de werkkabels aan conform de
aansluitschema's die in dit document zitten. Meet de
kabels af en leid ze als volgt:
Positieve elektrodepolariteit: De meeste
lastoepassingen draaien met de elektrode positief
(+). Sluit voor dit soort lastoepassingen de
elektrodekabel aan tussen de voedingsplaat van de
draadaanvoer en de en de uitgaande aansluiting op
de STT Module. Sluit een werkdraad aan van de
negatieve (-) uitgaande aansluiting op de
stroombron naar het werkobject conform het
aansluitschema (Zie afbeelding a.5)
Negatieve elektrodepolariteit: Het STT- proces
KAN NIET draaien met gebruikmaking van negatieve
polariteit. Echter, voor processenbuiten SST waarvoor
negatieve polariteit nodig is, zoals bij sommige
Innershield-toepassingen, moeten de elektrode en
de werkaansluitingen omgekeerd worden bij de last
en NIET bij de invoer naar de SST Module. Sluit de
elektrode aan op de negatieve (-) aansluitbout van de
SST Module conform het schema voor negatieve
polariteitsaansluiting. (zie afbeelding a.2)
WAARSCHUWING
De polariteit nooit omkeren bij de invoer naar de SST
module (de negatieve aansluitbout van de stroombron
niet aansluiten op de ingaande aansluitbout van de SST
module). Dit kan leiden tot schade aan de SST module!
NEGATIEVE POLARITEITSAANSLUITING (niet
gebruiken voor een STT proces)
Nederlands
®
en de
KABELINDUCTANTIE EN DE
EFFEXTEB ERVAN OP HET LASSEN
Excessieve kabelinductantie leidt tot een slechter wordende
lasprestatie. Er zijn meerder factoren die bijdragen aan
de algehele inductantie van het bekabelingssysteem,
o.a. kabelformaat en oprolgebied. Het oprolgebied
wordt gedefinieerd door de afscheidingsafstand tussen
de elektrode en de werkkabels en de algehele afstand
van de laslus. De lengte van de laslus wordt
gedefinieerd als de totale lengte van de elektrodekabel
(A) + de werkkabel (B) + het werkpad (C) (zie afbeelding
A.3 hieronder). Om inductantie te minimaliseren moet u
altijd de juiste kabelformaten gebruiken en waar mogelijk
de elektodekabel en de werkkabels dichtbij elkaar laten
lopen om het lusgebied zo klein mogelijk te maken.
Aangezien de belangrijkste factor bij inductantie de
lengte is van de kabellus, moet u excessieve
kabellengtes vermijden en teveel aan kabel niet oprollen.
Voor lange lengtes van het werkobject moet een
glijdende ondergrond worden overwogen om de totale
lengte van de laslus zo kort mogelijk te houden.
Aansluitingen sensordraad op afstand
Spanningsdetectie-overzicht
Het STT
op afstand om de omstandigheden van de boog
nauwkeuriger te meten. Deze draden komen vanuit de
stroombron en worden aangesloten. en extern
geconfigureerd op de STT
instructiehandleiding van de stroombron voor nadere
informatie.
3
Afbeelding A.2
1.
C het werk;
2.
Naar de elektrode (aanvoer).
Afbeelding A.3
POWER
WAVE
1.
Werk
®
lasproces vereist het gebruik van sensordraden
®
Module. Raadpleeg de
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
