Bewerken: Effecten
Patchinstellingen naar een STOMPBOX
schrijven
1.
Druk op de [EFFECT]-knop.
2.
Gebruik de [SELECT]-regelaar om het effect te kiezen dat u
wilt opslaan.
3.
Gebruik de PAGE [ K ] [ J ]-knoppen om naar de laatste pagina
te gaan.
4.
Druk op de [5]-regelaar.
Het venster voor STOMPBOX-selectie verschijnt.
5.
Druk op de [4] (WRITE TO STOMPBOX)-regelaar.
6.
Draai aan de [1]-regelaar om de als schrijfbestemming
gebruikte STOMPBOX te selecteren.
7.
Gebruik [3]–[5]-regelaars en de [SELECT]-regelaar om de
STOMPBOX een naam te geven.
U kunt aan de [SELECT]-regelaar draaien om de cursor binnen
de naam te verplaatsen.
Referentie
Raadpleeg "Een naam bewerken" (p. 8) voor meer informatie
over het benoemen van de STOMPBOX.
8
Een patch opslaan
Als u een door u gemaakte patch wilt opslaan, moet u hem op de
volgende manier opslaan als een gebruikerspatch. Als u de patch
niet opslaat, gaan de bewerkte instellingen verloren nadat u het
apparaat hebt uitgeschakeld of als u van patch wisselt.
1.
Druk op de [WRITE]-knop.
2.
Druk op de [1]-regelaar om "WRITE" te selecteren
(PATCH WRITE).
3.
Gebruik de [1]-regelaar om de opslagbestemming te
selecteren (U001–U250).
U kunt de [3]–[5]-regelaars en de [SELECT]-regelaar gebruiken
om de naam te bewerken.
Een naam bewerken
Als u de patchnaam wilt bewerken, gebruikt u de [SELECT]-
regelaar om de cursor te verplaatsen en gebruikt u de
[5]-regelaar om het teken te wijzigen.
Controller
Draai aan de [3]-regelaar
Druk op de [3]-regelaar
Draai aan de [4]-regelaar
Druk op de [4]-regelaar
Draai aan de [5]-regelaar Wijzigt het teken
Draai aan de [SELECT]-
regelaar
4.
Druk opnieuw op de [WRITE]-knop.
De patch wordt geschreven.
Handeling
Selecteert het type van de
tekens
Verwijdert één teken
(verwijderen)
Wisselt tussen hoofdletters en
kleine letters
Voegt één spatie in (invoegen)
Verplaatst de cursor