Aan de slag
De apparatuur aansluiten
SEND (1, 2)/RETURN (1, 2)-aansluitingen
Sluit hier een externe effectenprocessor
aan.
3
Sluit uw gitaar, enz. aan.
Achterpaneel
Aardingsklem
* Sluit deze
indien nodig
aan op een
externe
aarding.
INPUT R/MONO, L-aansluitingen
Sluit uw gitaar of de uitgang van een ander
effectapparaat aan.
Wanneer u een monoverbinding invoert, gebruik
dan alleen de R/MONO-
aansluiting.
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit
voordat u aansluitingen maakt om defecten en storingen van de
apparatuur te voorkomen.
* Zet het volume altijd op nul voordat u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u
mogelijk nog geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt.
Dit is normaal en wijst niet op een defect.
OPMERKING
Terwijl het scherm "SAVING ... " (Opslaan) aangeeft,
worden gegevens opgeslagen. Schakel gedurende deze
tijd de stroom niet uit.
De rubberen voetjes bevestigen
U kunt indien nodig de (meegeleverde) rubberen voetjes bevestigen.
Bevestig deze op de plaatsen zoals weergegeven op de afbeelding.
* Als u dit apparaat gebruikt zonder de rubberen voetjes, kunt u de vloer beschadigen.
* Wees voorzichtig als u het apparaat ondersteboven houdt om te voorkomen dat de knoppen en regelaars worden beschadigd. Ga ook voorzichtig
om met het apparaat en laat het niet vallen.
2
U kunt ook de SEND (1, 2)/RETURN
(1, 2)-aansluitingen gebruiken als SEND
(L, R)/RETURN (L, R)-aansluitingen om een
stereo-effectapparaat aan te sluiten.
U kunt ook de SEND (1, 2)-aansluitingen
gebruiken als SUB OUT-aansluitingen,
en de RETURN-aansluitingen als AUX IN-
aansluitingen.
Raadpleeg de "GT-1000CORE Parameter
Guide" (PDF) voor meer informatie over de
parameter.
1
Verlaag het volume van het aangesloten apparaat.
2
DC IN-aansluiting
Sluit de meegeleverde
netstroomadapter
hier aan.
* De DC IN-
aansluiting dient ook als
stroomschakelaar. De stroom
wordt ingeschakeld wanneer een
stekker in de DC IN-aansluiting
wordt gestoken en wordt
uitgeschakeld wanneer de stekker
wordt losgekoppeld.
CTL2, 3/EXP 1-aansluiting, CTL4, 5/EXP 2-aansluiting
U kunt verschillende parameters beheren door een expressiepedaal (EV-30,
Roland EV-5: apart verkrijgbaar) of een voetschakelaar (FS-5U, FS-6, FS-7: apart
verkrijgbaar) aan te sluiten.
Raadpleeg "Instellingen voor voetschakelaars en expressiepedalen" (p. 13) voor
meer informatie over de instellingen.
* U kunt de CTL4, 5/EXP 2-aansluiting gebruiken om tussen de kanalen van
* Gebruik alleen het aanbevolen expressiepedaal. Het aansluiten van een
OUTPUT-aansluitingen
Sluit ze aan op uw gitaarversterker, mixer of hoofdtelefoon
(apart verkrijgbaar).
* Wanneer u een monoverbinding gebruikt, gebruik dan
alleen de R/MONO-aansluiting.
* Sluit uw hoofdtelefoon aan op de L/PHONES-aansluiting.
Sluit niets aan op de R/MONO-aansluiting, wanneer u een
hoofdtelefoon gebruikt.
* Alleen het OUTPUT-signaal wordt uitgevoerd via de
Sluit uw apparatuur aan op de OUTPUT-aansluiting(en).
4
Schakel het apparaat in.
Lampje
uw gitaarversterker te schakelen. Voor meer informatie raadpleegt u de
"GT-1000CORE Parameter Guide" (PDF-bestand).
expressiepedaal van een ander type kan leiden tot defecten en/of schade
aan het apparaat.
hoofdtelefoon. Het SUB
OUT-signaal wordt niet
uitgevoerd. Voor meer
informatie raadpleegt u de
"GT-1000CORE Parameter
Guide" (PDF-bestand).
5
Schakel de versterker(s) in.
Zijpaneel (links)
MIDI IN/OUT-aansluitingen
Sluit hier een
extern MIDI-
apparaat aan.
(p. 12)
* Gebruik
een TRS/
MIDI-verbindingskabel (apart
verkrijgbaar: BMIDI-5-35) om
een extern MIDI-apparaat aan te
sluiten.
* Sluit hier geen audioapparaat
op aan. Als u dit wel doet, zal dit
leiden tot defecten.
USB COMPUTER-poort
Gebruik een
USB-kabel om
een computer
aan te sluiten
en audio-/MIDI-
gegevens tussen de
GT-1000CORE en de computer uit te
wisselen (p. 11).