Indicatie
Percussiegeluid
Metronoom
n.45
Stokje
n.46
Zang 1
n.47
Zang 2
n.48
Zang 3
n.49
Zang 4
n.50
Metronoom pieptoon 1
n.51
Metronoom pieptoon 2
n.52
Metronoom pieptoon 3
n.53
Einde (Cajon)
n.54
Einde (Drums)
n.55
Een favorietennummer toewijzen
1.
Na stap 1 van "Functies toewijzen
aan pedalen" (p 15) drukt u op de
[FAVORITE]-knop
De [FAVORITE]-knop en VARIATION [I]
[H]-knoppen zijn opgelicht en een
favorietennummer wordt weergegeven.
f01
2.
Gebruik de VARIATION [I] [H]-
knoppen om het favorietennummer
te selecteren dat u wilt oproepen
met behulp van CTL1
Het geselecteerde favorietennummer
(F.01–F.50) wordt toegewezen aan CTL1
(pedaal B).
3.
Druk op de [L]-knop
Schakel de DR-01s uit.
De volgende keer dat u het apparaat
inschakelt, kunt u het favorietennummer
oproepen dat u aan het pedaal hebt
toegewezen.
Favorietennummer
(knippert)
Het favorietennummer
dat wordt opgeroepen
door het pedaal, wordt
weergegeven.
Geavanceerd gebruik (instellingen)
Een pauzefunctie toewijzen
Het ritme wordt onderbroken (gepauzeerd)
gedurende het opgegeven aantal maten.
1.
Na stap 1 van "Functies toewijzen
aan pedalen" (p 15) houdt u de
[BEAT]-knop ingedrukt en drukt u
op de [COUNT IN]-knop
De VARIATION [I] [H]-knoppen zijn
opgelicht en er wordt een pauzelengte
weergegeven.
Pauzelengte
b01
(aantal maten)
2.
Gebruik de VARIATION [I] [H]-
knoppen om de lengte te
selecteren die u wilt gebruiken voor
de pauze
Indicatie
Uitleg
b.01
Het ritme wordt onderbroken
gedurende het opgegeven
:
aantal maten.
b.08
3.
Druk op de [L]-knop
Schakel de DR-01s uit.
De volgende keer dat u het apparaat
inschakelt, kunt u de pauzefunctie
gebruiken die u aan het pedaal hebt
toegewezen.
MEMO
Op het display wordt "br"
weergegeven tijdens de pauze.
17