Let op:
c
Verwijder altijd de gele beschermstrook voordat u de
cartridge installeert. De cartridge raakt onherstelbaar
beschadigd als u de gele beschermstrook niet verwijdert.
Laat het blauwe gedeelte van de beschermstrook op de
bovenzijde van de cartridge zitten. De printkop kan
anders verstopt raken en onbruikbaar worden.
De beschermstrook aan de onderzijde van de cartridge
mag niet worden verwijderd, omdat de cartridge anders
gaat lekken.
5. Plaats de cartridge met het etiket naar boven gericht voorzich-
tig in de cartridgehouder. Duw vervolgens de cartridgeklem
omlaag tot deze vastklikt. Duw niet op de cartridge zelf.
Let op:
c
De klem mag pas opnieuw geopend worden wanneer u de
cartridge vervangt. Wanneer u een klem opent, wordt de
geïnstalleerde cartridge mogelijk onbruikbaar.
Opmerking:
Indien u ook de zwarte cartridge dient te vervangen, kunt u dat nu
doen. Druk op de reinigingsknop R en laat deze snel weer los.
De printkop verplaatst zich automatisch naar de vervangingspositie
van de zwarte cartridge. Raadpleeg "Een zwarte cartridge vervan-
gen" op pagina 10-6.
Cartridges vervangen
10-5