3
Telefoneren: basisfuncties
3.1
Bellen
1
Pak de handset van het basisstation.
2
Druk op
>
Het controlelampje Telefoneren op de handset knippert totdat
de Miami 50 een vrij kanaal heeft geselecteerd.
3
Wacht op de kiestoon.
>
Het controlelampje Telefoneren op de handset brandt continu.
De Miami 50 heeft een vrij kanaal geselecteerd.
4
Toets het gewenste telefoonnummer in.
>
Het telefoonnummer wordt gebeld.
Let op!
Als u op
buiten bereik van het basisstation. Loop in de richting van het
basisstation en probeer het opnieuw. Als u weer 3 korte toonsig-
nalen hoort, is de handset niet aangemeld bij het basisstation.
Plaats de handset dan op het basisstation. Als u een kort toonsig-
naal en vervolgens een lang toonsignaal hoort, is de handset aan-
gemeld bij het basisstation en kunt u telefoneren.
3.2
Verbinding verbreken
U kunt de verbinding op 2 manieren verbreken.
–
Druk op
–
Plaats de handset terug op het basisstation.
3.3
Gebeld worden
>
De handset gaat over. Het controlelampje Telefoneren op de
handset knippert in het ritme van het belsignaal.
1
Trek eventueel de antenne van de handset volledig uit.
2
Pak de handset van het basisstation.
3
Druk op
>
U bent verbonden met uw gesprekspartner. Het controlelamp-
je Telefoneren op de handset brandt continu.
3.4
Telefoonnummer herhalen
De Miami 50 heeft een geheugen waarin automatisch het telefoon-
nummer wordt opgeslagen dat u het laatst hebt gebeld. U kunt dit
.
hebt gedrukt en u 3 korte toonsignalen hoort, bent u
.
.
15