Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toepassing Met Dakdoorvoer; Opbouw Concentrische Systeem Met Dakdoorvoer; Concentrisch Systeem Zonder Bochten; Concentrisch Systeem Met Bochten - Dru Cosmo Installatiehandleiding

G20/g25
Inhoudsopgave

Advertenties

6.5.3 Toepassing met dakdoorvoer

6.5.3.1 Opbouw concentrische systeem met dakdoorvoer

Bij toepassing van een dakdoorvoer wordt onderscheid gemaakt in :
- Concentrisch systeem zonder bochten(zie paragraaf 6.5.3.1.1);
- Concentrisch systeem met bochten in het verticale vlak (zie paragraaf 6.5.3.1.2);
In paragraaf 6.5.3.1.4 wordt bepaald of het concentrische systeem toelaatbaar is en staat vermeld welke instellingen
van de restrictieschuif daarbij horen.

6.5.3.1.1 Concentrisch systeem zonder bochten

Een concentrisch systeem zonder bochten moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De opbouw van het gekozen systeem is toelaatbaar (Zie hiervoor paragraaf 6.5.3.1.4);
- Op het toestel wordt eerst 1 meter concentrische pijp verticaal aangesloten met een diameter 130 / 200 mm;
- Na de eerste meter wordt het systeem verjongd naar een diameter van 100 / 150 mm.

6.5.3.1.2 Concentrisch systeem met bochten

Een concentrisch systeem met bochten moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De opbouw van het gekozen systeem is toelaatbaar. (Zie hiervoor paragraaf 6.5.3.1.4);
- Op het toestel wordt eerst minimaal 1 meter concentrische pijp verticaal aangesloten met een diameter van 130
/ 200 mm;
- Tot en met de laatste bocht wordt het systeem uitgevoerd met pijpstukken met een diameter van 130 / 200 mm;
- Na de laatste bocht wordt het systeem verjongd naar pijpstukken met een diameter van 100 / 150 mm.

6.5.3.1.4 Toelaatbaarheid concentrische systeem met bijbehorende instellingen

Afhankelijk van de opbouw van het concentrische systeem wordt het toestel afgesteld door het plaatsen van de
restrictieschuif.
In de onderstaande werkwijze is aangegeven hoe de toelaatbaarheid van het concentrisch systeem wordt vastge-
steld en welke instelling daarbij hoort.
Bepaal de volgende gegevens:
1) Het aantal benodigde bochten (er wordt geen onderscheid gemaakt tussen 45º en 90º bochten);
2) Het totale aantal meters horizontale pijplengte;
3) Het totale aantal meters verticale en/of schuine pijplengte (exclusief dakdoorvoer).
Met deze gegevens kunt u met behulp van Tabel 2 vaststellen of het concentrische systeem toelaatbaar is.
In Tabel 3 kunt u afl ezen welke instelling van de restrictieschuif nodig is voor het toestel.
Ga hierbij als volgt te werk:
Zoek in de eerste 2 kolommen van Tabel 2 het aantal benodigde bochten en de totale horizontale pijplengte.
Zoek in de 3de kolom van Tabel 2 de totale verticale en/of schuine pijplengte.
Als u in een hokje met de letter A of B uitkomt, is het door u gekozen concentrische systeem toelaatbaar.
Stel met behulp van Tabel 3 vast welke voorwaarden gelden voor de restrictieschuif (zie voor afstellen paragraaf 6.8).
Voorbeelden
Ter verduidelijking worden 2 voorbeelden gegeven om de toelaatbaarheid van een concentrisch systeem en de
voorwaarden voor het afstellen van het toestel te bepalen.
In Tabel 2 is de te volgen route aangegeven met pijlen. Het resultaat is aangegeven in een rood omkaderd hokje.
Voorbeeld 1
1) 2 bochten
2) 3 meter horizontaal
3) 8 meter verticaal/schuin
→ Opbouw van dit concentrische systeem is toelaatbaar.
→ Situatie A voor het afstellen van het toestel is van toepassing.
Voorbeeld 2
1) 3 bochten
2) 4 meter horizontaal
3) 9 meter verticaal/schuin
→ Opbouw van dit concentrische systeem is niet toelaatbaar.
NL
8
95902101_NL Install.indd 8
95902101_NL Install.indd 8
CO S M O - I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
27-5-10 15:37
27-5-10 15:37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cosmo tunnel

Inhoudsopgave