Er komt stof uit de units
■
De unit kan stof uitblazen bij het opstarten nadat de unit langere
tijd niet meer is gebruikt. Het stof dat door de unit is opgenomen
wordt uitgeblazen.
De units geven een geur af
■
De unit absorbeert geuren van de kamer, meubels, sigaretten,
enz. en geeft die geuren weer af.
Op het LCD-scherm van de afstandsbediening verschijnt "
■
Dit komt voor meteen nadat de hoofdvoeding is ingeschakeld.
Dit betekent dat de afstandsbediening in normale werking staat.
S
TORINGSOPSPORING
Als één van de volgende storingen voorkomt dient u de onder-
staande maatregelen te nemen en uw verdeler van Daikin producten
te raadplegen.
Het systeem moet worden gerepareerd door een gekwalificeerd
servicetechnicus.
■
Als een beveiliging zoals een zekering, onderbreker of
aardlekschakelaar geregeld in werking wordt gesteld of als de
AAN/UIT-toets niet naar behoren functioneert.
Maatregel: Schakel de hoofdvoeding uit.
■
Als er water uit de unit lekt.
Maatregel: Stop de werking.
■
Als het scherm "
" (INSPECTIE), het "UNITNR." en het
WERKINGslampje
knipperen
verschijnt.
Maatregel: Verwittig uw verdeler van Daikin producten en laat
hem of haar weten wat op het scherm verschijnt.
Als het systeem niet naar behoren functioneert, behalve voor de
bovenvermelde gevallen, en geen van de vermelde storingen van
toepassing is, dient u de volgende procedure te volgen om na te
gaan wat er misloopt.
Het systeem functioneert in het geheel niet.
■
Controleer of er zich een spanningsuitval heeft voorgedaan.
Wacht tot de voeding is hersteld. Als er zich tijdens de werking
een spanningsuitval heeft voorgedaan zal het systeem
automatisch herstarten meteen nadat de voeding is hersteld.
■
Controleer of er een zekering is doorgebrand of dat er een
probleem is met een onderbreker.
Vervang de zekering of stel de onderbreker correct in.
Het systeem stopt nadat de werking is beëindigd.
■
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de binnen- of
buitenunit belemmerd zijn door een obstakel.
Verwijder het obstakel en zorg voor een goede ventilatie.
■
Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Laat de luchtfilters reinigen door een gekwalificeerd service-
technicus.
Het systeem functioneert maar koelt of verwarmt onvoldoende.
■
De luchtinlaat of -uitlaat van de binnen- of buitenunits is
belemmerd door een obstakel.
Verwijder het obstakel en zorg voor voldoende ventilatie.
■
Het luchtfilter is verstopt.
Laat een gekwalificeerd servicetechnicus het luchtfilter reinigen.
■
De temperatuur is niet correct ingesteld. Raadpleeg de
handleiding van de afstandsbediening.
■
De BESTURINGstoets voor de VENTILATORSNELHEID is
ingesteld op LAGE SNELHEID. Raadpleeg de handleiding van
de afstandsbediening.
■
Als de richting van de luchtstroom niet juist is. Raadpleeg de
handleiding van de afstandsbediening.
■
De deuren of ramen staan open. Sluit de deuren of ramen om
de wind buiten te houden.
■
Er komt direct zonlicht in de kamer (bij koelen).
Gebruik gordijnen of rolluiken.
Gebruiksaanwijzing
4
"
en
de
"STORINGSCODE"
■
Er zijn te veel mensen aanwezig in de kamer. Het koeleffect
vermindert als er te veel warmte wordt opgenomen in de kamer.
■
De warmtebron in de kamer is te groot (bij koelen).
Het koeleffect vermindert als er te veel warmte wordt opge-
nomen in de kamer.
O
NDERHOUD
BELANGRIJK
■
HET ONDERHOUD MAG UITSLUITEND WORDEN GEDAAN
DOOR EEN ERKEND SERVICETECHNICUS.
■
SCHAKEL ALLE VOEDINGSCIRCUITS UIT VOORALEER DE
KLEMONDERDELEN TE BEHANDELEN.
■
GEBRUIK GEEN WATER OF LUCHT WARMER DAN 50°C
VOOR
HET
REINIGEN VAN
BUITENPANELEN.
■
VERWIJDER DE SCHAKELKAST, VENTILATORMOTOR EN
AFVOERPOMP WANNEER U DE WARMTEWISSELAAR
REINIGT.
DE
ISOLATIE
COMPONENTEN KAN DOOR WATER OF SCHOONMAAK-
MIDDELEN WORDEN AANGETAST, WAARDOOR DEZE
COMPONENTEN KUNNEN DOORBRANDEN.
Raadpleeg
afbeelding 2
1
Binnenunit
2
Uitlaatlucht
3
Aangezogen lucht
4
Afstandsbediening
5
Aansluiting elektrische draad
6
Koelmiddelleiding
7
Afvoerleiding
8
Buitenunit
9
Aardingsdraad
Voer de aarding uit van de buitenunit om elektrische schokken
te voorkomen.
Reinigen van het luchtfilter
Reinig het luchtfilter als "
(REINIGINGSTIJD VOOR HET LUCHTFILTER).
Reinig het luchtfilter veelvuldiger als de unit is gemonteerd in een
kamer waar de lucht extreem vervuild is.
(Reinig het luchtfilter in principe om de zes maanden).
Als het vuil niet meer te verwijderen is dient u het luchtfilter te
vervangen. (Een vervangfilter is een optie.)
1.
Open het aanzuigrooster
Druk tegelijkertijd op beide knoppen en laat het rooster voorzichtig
zakken. (Druk bij het sluiten ook op beide knoppen.)
afbeelding 3)
2.
Verwijder de luchtfilters
Trek de haak van het luchtfilter diagonaal omlaag en verwijder het
filter.
(Raadpleeg afbeelding 4)
3.
Reinig het luchtfilter
Gebruik een stofzuiger of was het luchtfilter met water.
Gebruik een zachte borstel en een niet-bijtend schoonmaakmiddel
als het luchtfilter erg vervuild is.
Droog het luchtfilter af en laat het drogen in de schaduw.
DE
LUCHTFILTERS
VAN
DE
ELEKTRONISCHE
" verschijnt op het scherm
(Raadpleeg
FFQ25~60B9V1B
Split-systeem airconditioners
4PW70943-1 – 08.2011
EN