6. Werken met de machine
1. Wees ervan overtuigd dat er zich niemand in de onmiddellijke omgeving van de bemester bevindt.
2. Machine uitklappen (vergrendeling ontgrendeld automatisch).
3. Zet al rijdend de machine op "zakken" en laat de ventielhendel op "zakken" staan.
4. Zet al rijdend de machine op "heffen" en zet de hendel van het ventiel op de neutraal-stand als de machine
geheven is.
5. Til de machine altijd in de maximale hefstand.
6. Machine opklappen.
7. Tijdens het transport over de openbare weg moet de kogelkraan aan het hydraulisch blok dicht gezet worden
(blz. 19).
N.B. RIJD NOOIT ACHTERUIT MET DE MACHINE IN WERKSTAND!
Blz. 16