5. Afstellen van de werkdiepte
1. Zorg dat de bemester vlak staat, zodat ook de
snijverdeler vlak staat in de werkstand.
2. Zet het ventiel in de tractor vast in de stand
"zakken".
3. Stel de bodemdruk in op circa 30 á 40 (maximaal 60)
bar, door middel van het handwiel op het
volgordeventiel.
4. Stel de steunwielen zodanig in, dat de elementen in
werkstand iets aflopen (circa 10 graden).
5. Trek circa 10 meter en controleer de werkdiepte. Zo
nodig wielen en druk verstellen (het ventiel in de
tractor staat tijdens het werk altijd in de stand
"zakken").
6. Zet de werkdruk niet onnodig hoog; dit verhoogt
alleen de druk op de wielen voor de diepte-instelling
en daarmee de benodigde trekkracht.
7. Als de wielen over de grond lopen kan worden
overgegaan tot verstelling van de veerdruk om de
werkdiepte verder in te stellen.
8. Ga bij het instellen van de veerspanning altijd uit van
de werkstand.
Manometer
Stelschroef
bodemdruk
Hoek van 10
graden.
Horizontaal
Blz. 13