Cartridges vervangen
Opmerking:
Lees voordat u een cartridge vervangt het gedeelte
"Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen van
cartridges" op pagina 39 en "Bij het hanteren van
cartridges" op pagina 3.
1.
Wanneer de inkt op is:
Bekijk in het display welke cartridge leeg is.
Wanneer de inkt bijna op is:
Ga door naar de volgende stap.
2.
Open de cartridgekleppen.
3.
Haal een cartridge uit de verpakking.
4.
Druk voorzichtig op de cartridge die u wilt
vervangen. Trek de cartridge uit het apparaat en
gooi de cartridge weg. Houd hierbij rekening
met de plaatselijke milieuvoorschriften. Bewaar
de gebruikte cartridge niet en probeer deze niet
bij te vullen.
In deze illustratie wordt de cartridge met de
kleur lichtcyaan vervangen.
Waarschuwing:
w
Als u inkt op uw handen krijgt, was ze dan
grondig met water en zeep. Als u inkt in uw
ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk
uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk
een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds
ongemak ondervindt.
Let op:
c
Laat de gebruikte cartridge in het apparaat
zitten tot het moment waarop u de cartridge
echt gaat vervangen; anders kan de inkt in de
spuitkanaaltjes van de printkop opdrogen.
40
Cartridges vervangen
5.
Steek de nieuwe cartridge in het apparaat. De
cartridge moet vastklikken.
6.
Sluit de cartridgekleppen.
Let op:
c
Zet het apparaat nooit uit terwijl inkt wordt
geladen. Het inkttoevoersysteem wordt dan
niet volledig geladen.
Opmerking:
❏ Een eenmaal geïnstalleerde cartridge mag u niet
steeds verwijderen en opnieuw installeren.
❏ Als u een gebruikte cartridge installeert die al
bijna leeg is, raakt deze mogelijk direct hierna
volledig leeg. Plaats in dit geval een nieuwe
cartridge in het apparaat.