THBEnl2337 07/12 V 1.0
► Zet het gebied onder de werkplek royaal af.
► Markeer de werkplek volgens de geldende normen en richtlijnen, bijv. door
waarschuwingsborden.
► Controleer vóór montage van de collector of de collectoren de maximaal toe
gestane belasting van de onderbouw.
► Houd bij de montage van de collector of de collectoren de vereiste afstanden
tot de dakrand aan.
3.2 Waarschuwingen
De waarschuwingen in deze handleiding worden aangeduid met pictogrammen en
signaalwoorden. Het pictogram en het signaalwoord verwijzen naar de ernst van
het gevaar.
3.2.1 Samenstelling van de waarschuwingen
De waarschuwing, die voorafgaat aan elke handeling, wordt als volgt gepresen
teerd:
GEVAAR
Aard en bron van het gevaar
Toelichting bij de aard en bron van het gevaar
► Maatregelen om het gevaar af te wenden
3.3 Voorschriften
Respecteer bij de werkzaamheden
•
de ARBO voorschriften
•
de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming
•
de max. belasting voor de onderbouw en afstand dakrand naleven volgens
norm: NBN ENV1991/2/3 NAD
Werkzaamheden aan de installatie
•
Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een
hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren
•
Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen
3.4 Gebruiksomstandigheden
GEVAAR
Levensgevaar door instorten van het dak of de wand
Extra gewicht door de collectoren, door wind en sneeuw, alsmede door perso
nen tijdens de montage belasten het dak of de wand. Een niet voldoende dra
gend dak of een niet voldoende dragende wand raakt beschadigd of stort in.
► controleer de maximaal toegestane dak- of wandbelasting vóór de montage
► monteer collectoren alleen op voldoende belastbare daken of wanden
► raadpleeg eventueel een staticus of een andere deskundige.
Voor uw veiligheid
9