5
Druk op PRINT.
Het afdrukken begint.
De printer drukt het aantal afbeeldingen af
dat u hebt ingesteld in stap 4.
Meer afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 3 en 4.
De afdrukkwaliteit veranderen.
Geef de afbeelding weer waarvan u de
afdrukkwaliteit wilt veranderen en druk op
om de afdrukkwaliteit in te stellen. Wanneer u
"0" selecteert, wordt het afdrukken
geannuleerd.
Tips
• Wanneer u op PRINT drukt in de stand enkele
weergave (pagina 31), drukt de printer de
afbeelding af die de cursor aangeeft en de
afbeeldingen waarvoor u het aantal afdrukken hebt
ingesteld.
• Wanneer u een indexpagina wilt afdrukken,
raadpleegt u "Batch afdrukken" (pagina 63).
Afdrukken in de stand
diavoorstelling
In de diavoorstelling kunt u een weergegeven
afbeelding rechtstreeks afdrukken.
1
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit
apparaat aan te zetten.
2
Verander het scherm naar de stand
diavoorstelling.
Wanneer u een andere weergave wilt,
raadpleegt u "Een andere weergave
kiezen" (pagina 27).
Druk op B/b om de afbeelding te
selecteren die u wilt afdrukken.
3
Druk op PRINT.
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld
wordt weergegeven.
4
Stel het aantal afdrukken in.
Wanneer het afdrukscherm verschijnt en u
de knop
indrukt, verschijnt
rechts onderaan het scherm.
v
Druk op
/V om het aantal afdrukken in te
stellen en druk op
terug naar de stand afdrukvoorbeeld en het
ingestelde aantal afdrukken wordt
weergegeven.
. Het scherm keert
Vervolg
NL
37