10. Bediening
a) Algemene functies
In- en uitschakelen
• Druk de toets POWER (1) om het toestel in te schakelen.
Nadat het apparaat voor het eerst werd ingeschakeld, begint het apparaat
automatisch naar zenders in het DAB-zenderbereik te zoeken. Tijdens het zoeken
geeft het scherm (4) de vooruitgang en het aantal gevonden stations weer.
Na het voltooien van het zoeken naar zenders wordt het eerste station in de zenderlijst
weergegeven. Als er geen zenders werden gevonden, kan er geen signaal worden
ontvangen. Verander dan de opstelplaats van het apparaat of de afstelling van de
antenne (11) en zoek opnieuw naar zenders. Controleer of er in uw gebied DAB-
zenders worden uitgezonden.
Bij opnieuw inschakelen start het apparaat dan in de laatst gekozen bedrijfsmodus in.
• Druk u opnieuw op de toets POWER (1) ingedrukt om het apparaat opnieuw uit te schakelen
(stand-bymodus).
In de standby-modus geeft het scherm (4) de tijd en datum weer.
Selectie van de modus
• Druk op de toets MODE (7) terwijl het apparaat ingeschakeld is om tussen DAB- en UKW-
modus om te schakelen.
Instellen van het volume
• Draai aan de draairegelknop (6) om het volume in te stellen.
In de richting van de wijzers van de klok draaien > volume verhoogt
Tegen de richting van de wijzers van de klok draaien > volume verlaagt
Wekfunctie
• Stel de wekker in, zoals beschreven onder "Systeeminstellingen" verder in deze
gebruiksaanwijzing.
• Wanneer de alarmtoon weerklinkt, drukt u op een willekeurige toets (behalve de toets
SELECT/SNOOZE (9)) om het alarm uit te schakelen.
• Wanneer het alarm weerklinkt, kunt u dit voor 10 minuten uitschakelen door op de toets
SELECT/SNOOZE (9) te drukken.
12