Messen
De messen zijn in de mes-
geleider gemonteerd met vier
resp. vijf schroeven. Het
aantrekken van deze schroe-
ven moet zodanig gebeuren
dat de speling zo groot
wordt dat de messen zich
ongehinderd kunnen
bewegen.
Als de speling te
klein is:
De messen bewegen zich
niet vrij. De wrijving van de
glijvlakken is te groot.
Als de speling te
groot is:
De messen snijden niet
effectief.
Afstelling van de
speling:
1. Maak de moeren van de
messen los.
2. Draai de schroeven zo
ver mogelijk aan. Maak
daarna de schroeven een
halve slag los.
3. Draai de moeren aan
zonder dat de schroeven
draaien.
Vervang de schroeven in de
mesgeleider zodra ze
versleten of beschadigd zijn.
Vervang de messen zodra ze
beschadigd zijn.
LET OP!
Smeer de glijvlakken van de
messen met machineolie.
WAARSCHUWING!
Bij het werken aan de messen moeten
altijd handschoenen worden gebruikt.
Versnellingsbak
Vul hoogkwalitatief
lithiumvet bij via de
smeernippels tot er een
beetje vet tussen de bladen
en de versnellingsbak
druppelt. Smeer de
versnellingsbak om de 50
uur bij normaal gebruik of
iets vaker bij zware belasting.
76
– Nederlands
Onderhoud
1
1/2 r
2
Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo
laag mogelijk te houden, is
de motor uitgerust met een
koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
1. Een luchtinlaat in de
starter.
2. Ventilatorschoepen op
het vliegwiel.
3. Koelflenzen op de
cilinder.
4. Cilinderkap (leidt de
koellucht naar de
cilinder).
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met een
borstel. Dit moet vaker gebeuren wanneer u in moeilijke
omstandigheden werkt.
Een vuil of verstopt koelsysteem leidt tot
oververhitting van de motor waardoor de cilinder
en zuiger beschadigd kunnen worden.
Onderhoudsschema
Hieronder volgen een paar algemene
onderhoudsaanbevelingen. Neem voor meer informatie
contact op met uw dealer.
Dagelijks onderhoud
• Maak de buitenzijde van de machine schoon.
• Controleer de bladbescherming en de handbescherming
op beschadigingen en barstvorming.
• Controleer of de snijtanden van de messen scherp zijn
en zonder beschadigingen.
• Controleer of de maaibladmoer goed is aangehaald.
• Controleer of alle moeren en schroeven goed zijn
aangehaald.
Wekelijks onderhoud
• Controleer het startapparaat, vooral de draad en de
trekveer.
• Maak de bougie uitwendig schoon.
• Demonteer de bougie en controleer de afstand van de
elektroden. Pas deze aan tot 0,5 mm of vervang de
bougie.
• Maak de koelflenzen van de cilinder schoon en
controleer of de luchtinlaten van het startapparaat niet
verstopt zijn.
• Maak het luchtfilter schoon.
• Controleer of de versnellingsbak gevuld is met vet.
Maandelijks onderhoud
• Maak de brandstoftank schoon met benzine
• Maak de carburateur uitwendig schoon evenals zijn
directe omgeving.
• Maak de ventilator en zijn directe omgeving schoon.
4
1
1
3
2