Instelling: Configuratie
Alarm
In het alarmmenu configureert u het gedrag van de
fysieke en virtuele alarmingangen en -uitgangen van de
recorder.
Tabblad Alarmstatus
Hier ziet u een lijst met alle alarmingangen en
alarmuitgangen en de actuele status.
Alarmingang
Instelling
Lokaalxx
Geeft de status van alarmingang "xx"
aan. De nummering "xx" komt over
een met de nummering van de fysieke
alarmingang (1-16).
Alarmnaam
Naam (voor zover toegewezen) van
de alarmingang.
Alarmtype
N.O.: Schakelcircuit normaal open.
N.C.: Schakelcircuit normaal gesloten
Alarmuitgang
Instelling
Lokaal xx
Geeft de status van alarmuitgang "xx"
aan. De nummering "xx" komt over
een met de nummering van de fysieke
alarmuitgang (1-8).
Alarmnaam
Naam (voor zover toegewezen) van
de alarmuitgang.
Verblijftijd
Geef aan hoe lang (seconden) het
relais bij activering gesloten is.
34
Tabblad Alarmingang
Configuratie van individuele alarmingangen.
Parameter
Instelling
Alarmingang
De alarmingang kiezen om de
instellingen aan te passen.
Alarmnaam
Voer een eenduidige beschrijving in,
bijvoorbeeld deurcontact magazijnhal.
Type
N.O.: Schakelcircuit normaal open.
N.C.: Schakelcircuit normaal gesloten.
Activeren
Activeert / deactiveert de alarmingang.
Instellingen
Verknopingsactie vastleggen.
Vink het keuzevakje bij "Activeren" aan om de
alarmingang te activeren.
Leg het gedrag van de recorder bij alarm vast onder
"Instellingen".
Klik op Kopiëren, om deze instellingen voor andere
alarmingangen over te nemen.
Bevestig de instellingen met een klik op Toepassen
en verlaat het menu met Terug.
In de sectie "Verknopingsactie" worden de overige
instellingen voor de programmering van een actie /
tijdschema voor alarmin- en -uitgang beschreven.
Tabblad Alarmuitgang
Verknopingsactie
Kopiëren