HOOFDSTUK III INSTRUCTIES
Het kooktoestel is bedoeld voor professioneel gebruik en mag uitsluitend gebruikt worden door
gekwalifi ceerd personeel.
• De gebruiker mag het uitsluitend gebruiken en reinigen.
• Alle handelingen op het gebied van installatie en buitengewoon onderhoud (onderdelen vervangen en
uiteenlopende reparaties) moeten uitgevoerd worden door gekwalifi ceerde technici. We adviseren een
contract voor jaarlijks onderhoud af te sluiten.
3.1 Waarschuwingen vóór ingebruikname
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen in acht voordat u het kooktoestel inschakelt.
• Controleer of het kooktoestel stevig bevestigd is op de tafel en of de gasleiding veilig geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat niets de luchtstroom naar het kooktoestel blokkeert en dat de systemen voor het afzuigen
van de dampen die tijdens het koken geproduceerd worden, goed werken. Dit geldt ook voor het algemene
ventilatiesysteem in de ruimte. Haal brandbare materialen (bijv. kunststof bestek, papier en fl essen met
brandbare vloeistof) weg bij het kooktoestel.
• Gebruik hittebestendige handschoenen om pannen op te tillen.
• Houd het kooktoestel in de gaten wanneer het aanstaat, en vergeet niet de gaskraan dicht te draaien wanneer
u klaar bent.
• De brander heeft een veiligheidsthermokoppel, dat de gastoevoer afsluit als de vlam onbedoeld uitgaat.
3.2 In- en uitschakelen van kooktoestel
a) Inschakelen van kooktoestel
• Open de gaskraan.
• Schakel de brander in door de gasknop in te drukken en linksom van de uit-stand () naar de MAX-stand
(grote vlam) te draaien. Beweeg tegelijkertijd met uw andere hand een vlam of een lucifer in de richting van
de brander tot deze aangaat. Houd de knop circa 10 seconden ingedrukt, zodat de vlam het thermokoppel
kan verwarmen en daarmee voorkomen wordt dat de gastoevoer afgesloten wordt. Laat de knop los en kijk of
de brander stabiel blijft branden. Als dat niet het geval is, herhaalt u bovenstaande stappen.
• Stel indien gewenst het minimumvermogen (kleine vlam) in. Zie afbeelding 8.
b) Het kooktoestel uitschakelen
• Om het kooktoestel uit te schakelen, draait u de gasknop rechtsom van de ingestelde stand naar de uit-stand ().
• Vergeet niet als laatste de gaskraan dicht te draaien.
Waarschuwing! Als u de gaskraan niet meer soepel kunt verdraaien, moet hij gesmeerd worden.
Neem hiertoe contact op met een gespecialiseerde loodgieter.
3.3 Reiniging en routineonderhoud
Het kooktoestel moet regelmatig gereinigd worden om een optimale werking en probleemloos gebruik te
waarborgen. Los een onregelmatigheid of storing niet zelf op, maar neem contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum. Laat elke demontage achterwege. Al het buitengewoon onderhoud mag uitsluitend uitgevoerd
worden door gespecialiseerd personeel. Reinig het kooktoestel als volgt en neem daarbij de waarschuwingen in
acht:
• Controleer vóór het reinigen of de gaskraan dicht is en de brander uit is.
Zorg dat het kooktoestel afgekoeld is.
• Reinig de stalen onderdelen in warm zeepwater, spoel ze grondig af en maak ze goed droog.
Gebruik geen reinigingsmiddelen met chloor (bijv. bleekmiddel en zoutzuur) en reinig de stalen onderdelen
nooit met een schuurspons, borstel of krabber. Hierdoor kunnen ze namelijk gaan roesten.
• Verwijder het panrooster en reinig het zorgvuldig door aanslag met een borstel te verwijderen.
• De brander moet met uiterste zorg gereinigd worden met zeep en water of een niet-schurend reinigingsmiddel.
Controleer of de vlamgaten van de brander niet verstopt zitten en zo ja, verwijder aanslag zorgvuldig.
• Laat voedingsmiddelen (met name zure middelen zoals zout, azijn en citroen) niet op de roestvaststalen
onderdelen zitten omdat ze hierdoor beschadigd raken.
680011 nl ma 2016.12
8