Inhoudsopgave
Advertenties
VOORZICHTIG!
VOORZICHTIG!
RF IN
RF OUT
RF IN
ANT II
ANT I
RF IN
RF OUT
RF IN
ANT II
ANT I
RF IN
RF OUT
RF IN
ANT II
ANT I
RF IN
Sluit de staafantennes
Richt de antennes V-vormig naar boven toe uit.
Losse antennes (als optie verkrijgbare toebehoren) aansluiten
Beschadiging van antennes
Om een actieve richtantenne (bijv. A 3700 voor het UHF-bereik) of een antenneversterker
(bijv. AB 3700) van stroom te kunnen voorzien, wordt via de antennebussen van de
ontvanger een niet uitschakelbare gelijkspanning aangesloten. Wanneer u antennes van
andere fabrikanten gebruikt, moet u er op letten dat deze qua gelijkspanning ontkoppeld
moeten zijn. De aangesloten voedingsspanning is kortsluitbestendig. Een aangesloten
actieve antenne verhoogt het stroomverbruik van het gehele apparaat.
Gevaar voor kortsluiting, indien ongeïsoleerde antennes metaal raken!
Op de antennes staat een spanning van 11 V – en ook
kelt! Deze spanning kan, indien geïsoleerde antennes elektrisch geleidende voorwerpen
raken, permanente vonkvorming en audiostoringen veroorzaken.
Gebruik hetzij geïsoleerde antennes of
monteer niet-geïsoleerde antennes altijd zodanig, dat deze geen elektrisch geleidende
voorwerpen kunnen raken.
Sluit de twee losse antennes op de BNC-bussen
Losse antennes correct plaatsen
Plaats de antennes in de ruimte waar de uitzending plaatsvindt.
Houd tussen ontvangstantennes een zo groot mogelijke afstand aan.
Zorg voor een waar mogelijk vrije zichtverbinding tussen zender en antennes.
Ontvangers cascaderen
De ontvangers hebben een ingebouwde antenne-splitter. Hierdoor kunnen max. 10 ontvan-
gers zonder extra antenne-splitter worden geschakeld. Gebruik daarvoor uitsluitend ontvan-
gers uit hetzelfde frequentiegebied (zie pagina 4).
Sluit de beide meegeleverde staafantennes of twee losse antennes (als optie verkrijgbare
toebehoren) aan op de BNC-bussen
Verbind de ontvangers met de BNC-kabels zoals in de hiernaast afgebeelde tekening is
weergegeven.
• Om een actieve richtantenne van stroom te kunnen voorzien, wordt via de anten-
neaansluitingen
ning aangesloten.
• Om een goede ontvangstkwaliteit te kunnen realiseren, adviseren wij om het
cascaderen tot 10 ontvangers te beperken.
• Wanneer u een gecascadeerde ontvanger op
uitschakelen" pagina 13), blijft de ingebouwde antenne-splitter actief.
op de beide BNC-bussen van de BNC-verlengkabels
dan, wanneer u de ontvanger uitscha-
en
en
van de eerste ontvanger.
en
van de ontvangers een niet uitschakelbare gelijkspan-
Standby
De ontvanger in gebruik nemen
aan.
aan.
schakelt (zie „Ontvanger in-/
11
Advertenties
Inhoudsopgave
