5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Haal alle accessoires en ver‐
wijderbare inschuifrails uit de
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Instellen:
Verwarmingsfunctie
Verwijder de glazen bodemplaat van de
magnetron.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
6.2 Instellen: Magnetron
1. Verwijder alle accessoires uit de
oven.
2. Plaats de glazen bodemplaat van de
magnetron.
Stap 1
Reinig de oven en de acces‐
soires met een zachte doek,
warm water en een mild rei‐
oven.
Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selec‐
teren.
Draai aan de regelknop om de
temperatuur / het magnetron‐
vermogen te selecteren.
Draai wanneer het bereiden
stopt aan de knoppen naar de
uit-stand om de oven uit te
schakelen.
Stel de tijd in voordat je de oven
gebruikt.
5.1 Eerste reiniging
Stap 2
nigingsmiddel.
3. Draai aan de
verwarmingsfunctieknop om een
functie te selecteren: Magnetron
Eerst toont het display de
standaardinstelling voor
magnetronvermogen en vervolgens de
standaardinstelling voor: Duur.
Om te beginnen met de
standaardinstellingen druk je op:
4. Draai de bedieningsknop om het
magnetronvermogen te wijzigen. Het
vermogen kan worden gewijzigd in
stappen van 100 W.
5. Druk op
bedieningsknop voor wijziging van:
Duur.
6. Druk op:
Het signaal klinkt en de oven stopt
wanneer de bereidingstijd is afgelopen.
7. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
Als je de deur van de oven opent, stopt
de oven. Om het opnieuw te laten starten
sluit je de deur en druk je op:
NEDERLANDS
Stap 3
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
en draai vervolgens de
.
.
11
.