⑥ Netwerkstatus-LED (groen)
◦
Uit = geen netwerkkoppeling
◦
Aan = netwerkkoppeling actief
◦
Knippert = netwerkkoppeling actief, knippersnelheid komt overeen met hoeveelheid overgedragen gegevens
⑦ Ingangsconnectoren voor RF-antenne
Voor antenne A en antenne B.
⑧ Status-LED RF-ingang
Geeft de spanningsstatus van de RF-ingang aan.
◦
Groen = gelijkspanning aan
◦
Rood knipperlicht = storing
◦
Uit = gelijkspanning uit
⑨ RF-cascadepoorten
Geeft het RF-signaal door aan verdere componenten.
⑩ Temperatuurgeactiveerde ventilator
Zorgt voor topprestaties in omgevingen met hoge temperaturen. Het ventilatorfilter moet wanneer nodig worden schoonge
maakt om de luchtstroom te behouden.
Antennes aansluiten
Met twee antennes kan de spectrummanager scangegevens vastleggen en de RFsignalen analyseren die in diversity ontvan
gertoepassingen worden gebruikt. Als actieve antennes worden gebruikt, zet u Antenna DC Power op On.
Aan de voorkant gemonteerde antennes gebruiken:
1.
Plaats de bulkheadadapters op de bijgeleverde kabels voor montage door de openingen in beide steunen en zet ze
aan de voorkant vast met het bijgeleverde bevestigingsmateriaal.
2.
Sluit de bijgeleverde antennekabels aan op de BNC-connectoren van de antenne-ingangen op het achterpaneel.
Montage-instructies
Deze component is ontworpen om in een audiorack te worden ingebouwd.
WAARSCHUWING: Om letsel te voorkomen moet dit apparaat stevig in het rack worden bevestigd.
Shure Incorporated
6/23