De plotterscherm opties maken het mogelijk het scherm naar wens in te stellen hoewel
niet alle opties tegelijkertijd zichtbaar zijn. De volgende opties zijn beschikbaar:
• WIS TRACK LOG: Maakt het mogelijk de tracklog te wissen en direct met een nieuwe te
beginnen.
• MEET AFSTAND: Maakt het mogelijk om een waypoint of uw eigen positie te selecteren
als beginpunt en dan een tweede waypoint. De afstand, geschatte reistijd naar dat punt en
de huidige geschatte snelheid worden automatisch berekent.
• KAART INSTELLEN: Voor het instellen van het plotterscherm:
• ORIËNT(ee)R KAART (KOERS BOVEN of NOORD BOVEN): als KOERS BOVEN
wordt geselecteerd dan verschuift de kaart zodanig dat u zich altijd naar boven verplaatst.
Bij NOORD BOVEN wijst de bovenkant van het scherm altijd naar het noorden.
• AUTO ZOOM (AAN of UIT): als AUTO ZOOM aanstaat, wordt de schaal van de kaart
automatisch aangepast om de hele route weer te geven tot u handmatig de schaal wijzigt.
Als AUTO ZOOM uit staat dient u handmatig met de OP- of NEER-toets de gewenste
schaal in te stellen.
• WAYPOINTS (TOON of VERBERG): stelt u in staat om wel of niet waypoints op het
scherm weer te geven.
• GA NAAR LIJN (PEILING of KOERS): bepaalt of de pijlpunt uw voorliggende koers of
de richting naar het volgende waypoint weergeeft.
Opties die niet worden getoond tot u een tracklog heeft of actief navigeert:
• PAN TRACK LOG: Maakt het mogelijk om de wijzer naar een willekeurig punt op het
spoor te verplaatsen om dan een TRACBACK of een GOTO te beginnen, een waypoint te
markeren of IN of UIT te zoomen.
• STOP NAVIGATIE: Beëindigt alle actieve navigatie (navigatie betekent dat een bestem-
ming moet zijn geselecteerd).
Plotterscherm
Opties
PAN TRACK LOG maakt het
mogelijk om de wijzer naar
een willekeurig punt op het
spoor te verplaatsen om dan
een waypoint vast te leggen of
er naar toe te navigeren.
Als u de oriëntatie op NOORD
BOVEN zet wordt het figuurtje
vervangen door een pijlpunt.
Deze pijlpunt wijst altijd in
de richting waarin u zich
verplaatst.
5 5