Einde van het programma
End of – – – – (Spoelstop = zonder
eindcentrifugeren) verschijnt in het
display en er klinkt een akoestisch
signaal.
Geluidssterkte van het signaal instellen
~ Blz. 27
Wanneer – – – – (Spoelstop = zonder
eindcentrifugeren) gekozen, A Start/
Bijvullen kiezen, om het
eindcentrifugeren te starten.
Aanwijzingen
Het programma wordt met het
■
afpompen van het water en met het
centrifugeren van het wasgoed
voortgezet (het standaard-
centrifugetoerental kan tevoren
gewijzigd worden).
Als alleen het water afgepompt moet
■
worden ca. 1 minuut na de
programmastart de toets A Start/
Bijvullen indrukken, voordat het
centrifugeren begint. Het programma
wordt onderbroken en de
deurvergrendeling wordt opgeheven.
Het wasgoed kan uit de trommel
gehaald worden.
Wanneer in het display Hot (heet)
■
knippert, voordat het droogprogramma
is beëindigd, dan is de temperatuur in
de trommel hoog. Het programma
voor het afkoelen van de trommel
wordt uitgevoerd, totdat de
temperatuur in de trommel is verlaagd.
Het anti-kreuk proces start na
■
afronding van het droogproces, om
kreuk van het wasgoed te voorkomen,
wanneer u het wasgoed niet tijdig uit
de machine neemt. Het proces duurt
ca. 30 minuten.
0:00 wordt op het tijddisplay
weergegeven en het symbool o wordt
als statussymbool weergegeven. U
kunt op elke willekeurige knop
drukken of de programmaknop naar
een andere positie draaien om dit
proces te beëindigen. Dan wordt de
deur vrijgegeven en kan het wasgoed
worden uitgenomen.
Apparaat bedienen
Na het wassen/drogen
Vuldeur openen en wasgoed eruit
1.
halen.
Programmakiezer op Off (Uit) zetten.
2.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Kraan dichtdraaien.
3.
Niet nodig bij modellen met
Aquastop.
Aanwijzingen
Geen wasgoed in de trommel
■
vergeten. Deze kunnen bij de
volgende wasbeurt verkleuren of een
ander stukken doen verkleuren.
Eventueel aanwezige voorwerpen uit
■
de trommel en de rubbermanchet
verwijderen – roestgevaar.
Vuldeur en wasmiddellade open
■
laten zodat het restwater kan
opdrogen.
Altijd wasgoed eruit halen.
■
Altijd het programma-einde
■
afwachten, omdat anders het
apparaat nog vergrendeld kan zijn.
Vervolgens het apparaat inschakelen
en wachten op de ontgrendeling.
Wanneer het display na afloop van
■
het programma niet verlicht is, dan is
de energiebesparingsmodus actief.
Om het te activeren kiest u een
willekeurige toets.
nl
19