Hoofdstuk 2
Papierinstellingen
Papierformaat en -soort
Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de
machine in op het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende papierformaten
gebruiken voor het afdrukken van kopieën:
A4, A5, A3, 10 × 15 cm, Letter, Legal en
Ledger. Voor het afdrukken van faxen kunt u
vijf formaten gebruiken: A4, A3, Ledger,
Letter en Legal. Wanneer u papier van een
ander formaat in de machine plaatst, moet u
ook de instelling voor het papierformaat
wijzigen, zodat uw machine een
binnenkomende fax passend op het vel
papier kan afdrukken.
a
Druk op
.
b
Druk op het weergegeven
papierformaat voor lade 1 of lade 2.
c
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u op het weergegeven
papierformaat voor lade 1 drukt,
drukt u op Papiersoort.
Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om
Normaal pap., Inkjetpapier,
Brother BP71, Glossy anders
of Transparanten weer te geven
en druk vervolgens op de gewenste
optie.
Druk op Papierformaat.
Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om A4, A5,
A3, 10x15cm, Letter, Legal of
Grootboek (Ledger) weer te
geven en druk dan op de gewenste
optie.
Als u op het weergegeven
papierformaat voor lade 2 drukt,
drukt u op Papierformaat.
Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om A4, A3,
Letter, Legal of Grootboek
(Ledger) weer te geven en druk
vervolgens op de gewenste optie.
40
d
Druk op
2
OPMERKING
2
• In Lade 2 kunt u alleen normaal papier
gebruiken.
• Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Ladegebruik in de
kopieermodus
U kunt de standaardlade voor het afdrukken
van kopieën wijzigen.
Als u Autom. ladesel. selecteert, wordt
automatisch papier uit lade 1 of lade 2
gebruikt, al naar gelang de papiersoort en het
papierformaat als ingesteld in het menu
Kopiëren.
Ga als volgt te werk om de
standaardinstelling te wijzigen:
a
Druk op
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d
Druk op Standaardinst.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Lade-instelling weer te geven.
f
Druk op Lade-instelling.
g
Druk op Ladegebruik: kopiëren.
h
Druk op Lade 1, Lade 2 of Autom.
ladesel.
.
.
2