Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvullende Toebehoren; Reiniging; Installeren; Installatie - Buderus EMS plus Logamatic SM200 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

2.6

Aanvullende toebehoren

Exacte informatie over geschikte toebehoren is opgenomen in de catalo-
gus.
• Voor solarinstallatie 1:
– Solarpomp; aansluiting op PS1
– Elektronisch geregelde pomp (PWM of 0-10 V); aansluiting op
PS1 en OS1
– Temperatuursensor (1e collectorveld); aansluiting op TS1 (leve-
ringsomvang)
– Temperatuursensor op 1e boiler onder; aansluiting op TS2 (leve-
ringsomvang)
• Bovendien voor verwarmingsondersteuning (A):
– 3-wegklep; aansluiting op VS1/PS2/PS3
– Temperatuursensor op 1e boiler midden; aansluiting op TS3
– Temperatuursensor op retour; aansluiting op TS4
• Bovendien voor 2e boiler/pool met ventiel (B):
– 3-wegklep; aansluiting op VS2
– Temperatuursensor op 2e boiler onder; aansluiting op TS5
• Bovendien voor 2e boiler/pool met pomp (C):
– 2e solarpomp; aansluiting op PS4
– Temperatuursensor op 2e boiler onder; aansluiting op TS5
– 2e elektronisch geregelde pomp
(PWM of 0-10 V); aansluiting op OS2
• Bovendien voor verwarmingsondersteuning boiler 2 (D):
– 3-wegklep; aansluiting op VS1/PS2/PS3
– Temperatuursensor op 2e boiler midden; aansluiting op TS3
– Temperatuursensor op retour; aansluiting op TS4
• Bovendien voor externe warmtewisselaar boiler 1 of 2 (E,F of Q):
– Warmtewisselaarpomp; aansluiting op PS5
– Temperatuursensor op warmtewisselaar; aansluiting op TS6
• Bovendien voor 2e collectorveld (G):
– 2e solarpomp; aansluiting op PS4
– Temperatuursensor (2e collectorveld); aansluiting op TS7
– 2e elektronisch geregelde pomp
(PWM of 0-10 V); aansluiting op OS2
• Bovendien voor retourtemperatuurregeling (H):
– Mengkraan; aansluiting op VS1/PS2/PS3
– Temperatuursensor op 1e boiler midden; aansluiting op TS3
– Temperatuursensor op retour; aansluiting op TS4
– Temperatuursensor op boileraanvoer (na de mengkraan); aan-
sluiting op TS8
• Bovendien voor verlaadsysteem (I):
– Boileroverlaadpomp; aansluiting op PS5
• Bovendien voor overlaadsysteem met warmtewisselaar (J):
– Boileroverlaadpomp; aansluiting op PS4
– Temperatuursensor op 1e boiler boven; aansluiting op TS7
– Temperatuursensor op 2e boiler onder; aansluiting op TS8
– Temperatuursensor op 3e boiler boven; aansluiting op TS6 (al-
leen, wanneer behalve de solarinstallatie geen andere warmte-
bron is geïnstalleerd)
• Bovendien voor thermische desinfectie (K):
– Pomp thermische desinfectie; aansluiting op PS5
• Bovendien voor warmtehoeveelheidsmeter (L):
– Temperatuursensor in aanvoer naar solarcollector; aansluiting op
IS2
– Temperatuursensor in retour van solarcollector; aansluiting op
IS1
– Watermeter; aansluiting op IS1
• Bovendien voor temperatuurverschilregelaar (M):
– Temperatuursensor ketel; aansluiting op SM100 op TS2
– Temperatuursensor koeling; aansluiting op SM100 op TS3
Logamatic SM200 – 6 720 808 929 (2013/11)
– Aan te sturen module (pomp of ventiel); aansluiting op SM100 op
VS1/PS2/PS3 met uitgangssignaal op aansluitklem 75; aansluit-
klem 74 niet bezet
• Bovendien voor derde boiler/zwembad met ventiel (N):
– 3-wegklep; aansluiting op PS4
– Temperatuursensor op derde boiler onder; aansluiting op TS3
Installatie van de aanvullende toebehoren
▶ Installeer de aanvullende toebehoren overeenkomstig de wettelijke
voorschriften en de meegeleverde handleidingen.
2.7

Reiniging

▶ Indien nodig met een vochtige doek de behuizing schoon wrijven. Ge-
bruik daarbij geen scherpe of bijtende reinigingsmiddelen.
3

Installeren

GEVAAR: Elektrocutiegevaar!
▶ Voor de installatie van dit product: ketel en alle ande-
re BUS-deelnemers over alle polen losmaken van de
netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: monteer de afdekking
( afb. 18, pagina 71).
3.1

Installatie

Installeer de module op een wand, op een montagerail of in een module
( afb. 3 tot afb. 6, vanaf pagina 68).
Respecteer bij het verwijderen van de module van de montagerail afb. 7
op pagina 69.
3.2

Elektrische aansluiting

▶ Rekening houdend met de geldende voorschriften voor de aanslui-
ting minimaal elektrische kabel model H05 VV-... gebruiken.
3.2.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor (laag-
spanningszijde)
▶ Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de aansluiting
van de BUS-deelnemers gebruiken.
▶ BUS-deelnemers [B] via verdeeldoos [A] in ster schakelen
( afb. 16, pagina 70) of via BUS-deelnemer met 2 BUS-aansluitin-
gen in serie ( afb. 20, pagina 72).
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbin-
ding tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of
in het BUS-systeem een ringstructuur bestaat, is de in-
bedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
aderdiameter
2
• 300 m met 1,50 mm
aderdiameter
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels
van netspanning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minima-
le afstand 100 mm).
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en af-
scherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de
aansluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaar-
de, bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
2
• Tot 20 m met 0,75 mm
tot 1,50 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
Installeren
2
aderdiameter
2
aderdiameter
3
57

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave