1.5 Aansluiten AC kabels
Ten behoeve van de veiligheid dient de behuizing van de Phoenix Multi te worden
verbonden met aarde. Hiervoor bevindt zich een aardschroef aan de onderzijde van
de behuizing.
Het klemmenblok bevindt zich op de printplaat, zie appendix A. De wal- of netaansluiting dient
met behulp van een drie-aderige kabel op de Multi te worden aangesloten. Maak gebruik van
een drie-aderige kabel met een soepele kern en een doorsnede van 2,5 of 4 mm². (type H05RN-
F)
Procedure
Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk:
•
De AC apparatuur kan direct op het klemmenblok met de tekst "AC–out" worden
aangesloten met behulp van een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk
gecodeerd. Van links naar rechts: "PE" (aarde), "N" (nulleider) en "L" (fase)
•
De AC netspanning kan worden aangesloten op het klemmenblok met de tekst "AC–in".
De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. "PE" (aarde) "N" (nulleider) en "L" (fase)
1.6 Aansluitopties
Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten.
1.6.1 Startaccu
De Phoenix Multi heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor het aansluiten
appendix A.
1.6.2 Voltage sense (Multi/ MultiPlus)
Voor het compenseren van eventuele kabel verliezen tijdens het laden kunnen er twee sense
draden worden aangesloten. Gebruik tenminste 0,75mm
appendix A.
1.6.3 Temperatuursensor (Multi/ MultiPlus)
Voor het temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden
aangesloten. (zie appendix A) De sensor is geïsoleerd en moet op de min pool van de accu
worden gemonteerd.
2
draad. Zie voor het aansluiten
3