3
Monteer de hangbouten. (Gebruik bouten van M8~M10).
Gebruik ankers voor een bestaand plafond en een verzonken
inzetstuk, verzonken anker of andere lokaal aan te kopen
onderdelen voor nieuwe plafonds. Daarmee kunt u het plafond
versterken zodat het plafond het gewicht van de unit kan dragen.
Pas de speling tegenover het plafond aan vooraleer verder te
gaan.
Montagevoorbeeld.
(Raadpleeg afbeelding 4)
1
Plafondtegel
2
Anker
3
Lange moer of spanschroef
4
Hangbout
5
Vals plafond
■
LET OP
Alle bovenvermelde onderdelen moeten lokaal
worden aangekocht.
■
Raadpleeg uw verdeler van Daikin-producten voor
een andere montage dan de standaardmontage.
M
ONTAGE VAN DE BINNENUNIT
Raadpleeg ook de montagehandleiding van de opties als u opties
monteert. Al naargelang de lokale omstandigheden kan het
gemakkelijker zijn om eerst de opties te monteren vooraleer de
binnenunit te monteren. Bij een bestaand plafond dient u echter eerst
de aanvoerset voor verse lucht en het leidingverdeelstuk te monteren
vooraleer de unit te monteren.
1
Monteer tijdelijk de binnenunit.
-
Bevestig de ophangbeugel op de hangbout. Doe dit stevig
met behulp van een moer en pakking aan de boven- en
onderzijde van de ophangbeugel.
-
Bevestigen van de ophangbeugel.
1
Moer (lokaal aan te kopen)
2
Pakking (meegeleverd met de unit)
3
Ophangbeugel
4
Maak vast (dubbelmoer)
2
Bevestig het papierpatroon voor montage. (Alleen voor een
nieuw plafond)
-
Het papierpatroon voor montage komt overeen met de
afmetingen van de plafondopening. Raadpleeg uw aannemer
voor nadere details.
-
Het middelpunt van de opening in het plafond is aangeduid
op het schemablad voor montage. Het middelpunt van de
unit is aangeduid op het schemablad voor montage.
-
Nadat het verpakkingsmateriaal van het schemablad voor
montage verwijderd is, kunt u het schemablad voor montage
op de unit bevestigen met de bijgeleverde schroeven zoals
weergegeven in
afbeelding
1
Schemablad voor montage (meegeleverd met de unit)
2
Schroeven (meegeleverd met de unit)
3
Breng de unit in de juiste montagepositie.
(Raadpleeg het hoofdstuk
op pagina
2.)
4
Controleer of de unit in horizontale positie staat.
-
Monteer de unit niet in schuine positie. De binnenunit is
immers uitgerust met een ingebouwde afvoerpomp en
vlotterschakelaar. (Als de unit afhelt tegen de condensstroom
in kan er een storing optreden in de vlotterschakelaar en
bijgevolg water druppelen.)
-
Controleer met behulp van een waterpas of een vinylbuis
gevuld met water of de unit in alle vier hoeken pas staat,
zoals weergegeven in
1
Waterpas
2
Vinylbuis
Montagehandleiding
3
(Raadpleeg afbeelding 5)
8.
"Voorbereidingen voor de montage"
afbeelding
9.
5
Verwijder het papierpatroon voor montage. (Alleen voor een
nieuw plafond)
M
ONTAGE VAN DE KOELLEIDING
De lokale leidingen moeten worden gemonteerd door een
erkend koeltechnicus en moeten beantwoorden aan de
lokale en nationale reglementeringen terzake.
■
Raadpleeg de montagehandleiding meegeleverd met de
buitenunit voor het monteren van de koelleiding van de
buitenunit.
■
Voer het warmteisolatiewerk volledig uit aan beide zijden van de
gas- en vloeistofleidingen. Anders kan er water lekken.
(Wanneer u een warmtepomp gebruikt, kan de temperatuur van
de gasleiding oplopen tot ongeveer 120°C. Gebruik een isolatie
die tegen dergelijke temperaturen bestand is.)
■
Wanneer de temperatuur en vochtigheid van delen van de
koelmiddelleiding 30°C of RV 80% kan overschrijden, moet u
meer koelmiddelisolatie voorzien (20 mm of dikker). Op het
oppervlak van het isolatiemateriaal kan condens worden
gevormd.
■
Ga na welk koelmiddel wordt gebruikt voordat u de buizen
monteert.
■
Gebruik een pijpensnijder en een koppeling die geschikt zijn
voor het gebruikte koelmiddel.
■
Smeer de moer in met ether- of esterolie, voordat u de buis
aansluit.
■
Knijp het uiteinde van de buis dicht of plak het af met tape om te
voorkomen dat er stof, vocht of ander vreemd materiaal in de
buis kan binnendringen.
■
Gebruik naadloze buizen van een koperlegering (ISO 1337).
■
De buitenunit is gevuld met koelstof.
■
Gebruik bij het aansluiten of losmaken van de leidingen aan/van
het toestel altijd een moersleutel en een steeksleutel.
1
Draaimoment
2
Flarewartel
3
Leidingverbinding
4
Moersleutel
■
Er mag niets anders dat het gespecificeerde koelmiddel in het
koelcircuit terechtkomen, zoals lucht, enz.
■
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de afmetingen van de
flaremoeren en het geschikte aanhaalmoment. (Overmatig
aanspannen kan de flare beschadigen en lekken veroorzaken.)
Leiding-
diameter
Draaimoment
Ø6,4
15~17 N•m
Ø9,5
33~39 N•m
Ø12,7
50~60 N•m
1
2
3
4
Flare-afmeting A
(mm)
Flare-vorm
90° ±2
8,7~9,1
A
12,8~13,2
R0.4~0.8
16,2~16,6
FFQ25~60B9V1B
Split-systeem airconditioners
4PW70944-1 – 08.2011