A
u
t
o
m
a
t
i
A
u
t
o
m
a
t
i
Deze printer heeft een functie voor automatische interfaceselectie. Wanneer
de printer gegevens van de computer ontvangt, kiest hij automatisch de
juiste interface.
Bij gebruik van de parallelle interface kan de snelle en bi-directionele
communicatie worden aan- of uitgezet. Gebruik hiervoor het
bedieningspaneel en de selecteer de gewenste optie in de modus
INTERFACE.
Aangezien de automatische interfaceselectie in de fabriek is ingesteld op
AAN, hoeft u alleen maar de interfacekabel op de printer aan te sluiten.
Als u een netwerkkaart hebt geïnstalleerd (Brother NC-4100h), selecteert u
via het bedieningspaneel de modus NETWERK.
Indien nodig, kunt u de interface of de parameters voor de
netwerkcommunicatie ook zelf instellen, en wel door deze via het
bedieningspaneel in de modus INTERFACE te selecteren.
hoofdstuk 3 voor meer informatie
computer verwijzen wij u naar de handleiding van uw computer of de
software die u gebruikt.
✒
Opmerking
Let bij gebruik van de automatische interfaceselectie op het onderstaande:
•
Het duurt een paar seconden voordat deze functie werkt. Als u sneller
wilt afdrukken, kunt u de gewenste interface via het bedieningspaneel in
het selectiemenu van de modus INTERFACE zelf selecteren.
Indien u voortdurend slechts één interface gebruikt, raden wij u aan om de
betreffende interface in de modus INTERFACE te selecteren. Wanneer
slechts één interface is geselecteerd, wijst de printer de volledige
invoerbuffer aan die interface toe.
s
c
h
e
i
n
t
e
s
c
h
e
i
n
t
e
Raadpleeg hoofdstuk 3 voor meer informatie hierover.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
r
f
a
c
e
s
e
l
e
r
f
a
c
e
s
e
l
e
hierover. Voor de instellingen op de
2-23
c
t
i
e
c
t
i
e
Raadpleeg