4
Gebruik de cijfertoetsen om de tijd in te
voeren.
•
Als de tijd in 12-uursindeling wordt
weergegeven, drukt u op
[AM] of [PM] te selecteren.
5
Druk op MENU/OK om te bevestigen.
De handset opladen
Plaats de handset op het basisstation of het
laadstation om de handset op te laden. U hoort
een stationstoon wanneer de handset goed op
het basisstation is geplaatst.
» De handset begint met opladen.
Opmerking
•
Laad de batterijen voorafgaand aan het eerste gebruik
8 uur lang op.
•
Het is normaal dat de handset warm wordt tijdens het
opladen van de batterijen.
U kunt de stationstoon activeren of deactiveren.
De telefoon is nu klaar voor gebruik.
Het batterijniveau
controleren
Het batterijpictogram geeft het huidige
batterijniveau weer.
/
om
Als de batterijen leeg zijn, wordt de handset
uitgeschakeld. Tijdens een telefoongesprek
hoort u waarschuwingstonen wanneer de
batterijen bijna leeg zijn. Na de waarschuwing
wordt de verbinding verbroken.
Wat is de stand-bymodus?
De telefoon staat in de stand-bymodus
wanneer deze niet in gebruik is. Het stand-
byscherm toont de handsetnaam of de datum
en tijd, en het handsetnummer.
De signaalsterkte controleren
•
Wanneer de handset van het
basisstation/de lader is genomen,
geven de balkjes het batterijniveau
aan (vol, halverwege en bijna leeg).
Wanneer de handset zich op
het basisstation/de lader bevindt,
blijven de balkjes knipperen tot
het opladen is voltooid.
Het pictogram van een lege
batterij knippert. De batterij
is bijna leeg en moet worden
opgeladen.
Tip
•
Houd MENU/OK ingedrukt om tussen de
handsetnaam en de weergave voor datum en tijd te
schakelen.
Het aantal balken duidt de
verbindingsstatus aan tussen de
handset en basisstation. Hoe meer
balken er worden weergegeven,
hoe beter de verbinding is.
Zorg ervoor dat de handset met het
basisstation is verbonden voordat u belt of
een gesprek aanneemt en de functies van
de telefoon gebruikt.
NL
9