Aanwijzing
Als een warmtewisselaarmodule gebruikt wordt,
dan moet het CV-circuit met verwarmingswater
gevuld worden.
Voorwaarde: Systeemscheiding met warmtewisselaarmodule
▶
Verbind de vulkraan met de verwarmingswatertoevoer,
indien mogelijk met een koudwaterkraan.
▶
Open alle thermostaatkranen van de CV-installatie.
▶
Open de koudwaterkraan.
▶
Draai de vulkraan langzaam open.
▶
Vul water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
▶
Sluit de koudwaterkraan.
▶
Ontlucht alle radiatoren.
▶
Controleer daarna de vuldruk aan het display.
▶
Vul evt. nog eens water bij.
▶
Sluit de vulkraan.
6.5
Warmtepomp activeren
1.
Zorg ervoor dat de instelling van de maximale aanvoer-
temperatuur bij de CV-installatie past.
2.
Om de CV-installatie volledig te activeren, dient u de
installatiehandleiding bij de systeemthermostaat in acht
te nemen.
3.
Schakel de leidingveiligheidsschakelaar in de zekering-
kast in die met de warmtepomp verbonden is.
6.6
Werking van het product controleren
1.
Zorg ervoor dat de externe regelinrichtingen (thermo-
staten, externe sensoren, etc.) een verwarmingsvraag
naar de warmtepomp sturen. Bij een meerzoneconfigu-
ratie test u CV-circuit na CV-circuit en zorgt u ervoor dat
het betreffende CV-circuit warmer wordt.
2.
Zorg ervoor dat alle thermostaatkranen van de CV-
installatie geopend zijn.
3.
Stel evt. alle warmteopwekkers af.
0020189880_03 Genia Air Installatiehandleiding
6.7
Werkingsgeluiden
*
Permanente werkings-
geluiden
De vermelde geluiden betekenen geen storing van de warm-
tepomp.
De geluiden ontstaan bij verschillende modi van de warmte-
pomp (start, ontijzing, stop).
6.8
Aanpassing van het CV-circuit
6.8.1
CV-circuit ontluchten
1.
Verbind het slangeinde met de ontluchtingsklep.
2.
Om tijdens de ontluchting van het CV-circuit restgly-
col op te nemen, steekt u het andere slangeinde in het
mengreservoir.
3.
Sluit de afsluitkleppen aan de achterkant van het pro-
duct.
4.
Bouw druk in het CV-circuit op.
5.
Open de ontluchtingsklep met een steeksleutel.
–
Werkmateriaal: Steeksleutel SW10
6.
Open de onderste afsluitklep aan de achterkant van het
product.
7.
Als vloeistof uit de buis komt, sluit de ontluchtingsklep
dan.
Ingebruikname 6
1
"FFFF..." (*)
2
"SCH...'!"
3
"RIII..."
4
"Tlock!"
5
"Tac, tac,
tac,..."
6
"WWWW..." (*)
19