-
Wikkel de bijgeleverde grote afdichting over de metalen klem
en de afvoerslang als isolatie en bevestig ze met klemmen.
-
Isoleer de volledige afvoerleiding in het gebouw (lokaal te
voorzien).
-
Bevestig de afvoerophoogleiding (lokaal te voorzien) op de
afvoerslang indien de afvoerslang niet voldoende kan
afhellen.
Leidingwerk
(Zie afbeelding 7)
1
Plafondtegel
2
Ophangbeugel
3
In te stellen bereik
4
Afvoerophoogleiding (nominale diameter plastic leiding = 25 mm)
5
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
6
Metalen klem (meegeleverd met de unit)
1
Sluit de afvoerslang aan op de afvoerophoogleidingen en isoleer
ze.
2
Sluit de afvoerslang aan op de afvoeruitlaat van de binnenunit
en maak die vast met behulp van de klem.
Voorzorgsmaatregelen
-
Installeer de afvoerophoogleidingen op een hoogte van
minder dan 675 mm.
-
Installeer de afvoerophoogleidingen in een rechte hoek ten
opzichte van de binnenunit en op maximaal 300 mm van de
unit.
-
Installeer de afvoerslang waterpas of licht omhoog gericht
(≤75 mm) om luchtbellen te voorkomen.
LET OP
De meegeleverde afvoerslang moet 75 mm of
minder afhellen zodat er geen bijkomende druk
ontstaat op de afvoeraansluiting.
Monteer de hangbalken om de 1 tot 1,5 m om
een afhelling van 1:100 te verzekeren.
Installeer de leidingen zoals afgebeeld in
afbeelding 9
afvoerleidingen. Kies convergerende afvoer-
leidingen waarvan de diameter aangepast is
aan de werkingscapaciteit van de unit.
1
Convergerende afvoerleidingen met
T-aftakking
Testen van afvoerleidingen
Controleer na beëindiging van het leidingwerk of de afvoer vlot loopt.
Giet ongeveer 1 l water langzaam door de luchtafvoeruitlaat.
Toevoegen van water. Zie
1
Plastic gieter (de buis moet ongeveer 100 mm lang zijn)
2
Serviceafvoeruitlaat (met rubberen blindprop) (Gebruik deze
uitlaat om water af te voeren uit de lekbak)
3
Lokatie afvoerpomp
4
Afvoerleiding
5
Afvoeraansluiting (gezichtspunt van de waterstroming)
Controleer of de afvoer wegloopt.
Wanneer de elektrische bedrading klaar is
Controleer de afvoer tijdens het KOELEN, zoals uitgelegd in
"Testwerking" op pagina
FMCQ50~125A8VEB
Airconditioningsysteem
4PW56204-1
voor het bundelen van meerdere
afbeelding
11.
9.
Wanneer de elektrische bedrading niet klaar is
-
Verwijder het deksel van de besturingskast. Sluit de
voeding goed aan op de aansluitingen. Zie
-
Breng het deksel van de besturingskast weer aan en
schakel de voeding in.
-
Raak de afvoerpomp niet aan. Anders kunt u een elek-
trische schok oplopen.
1
Deksel besturingskast
2
Voedingsbedrading
3
Voedingsklemmenstrook
4
Klem (lokale levering)
5
Transmissiebedrading unit
6
Klemmenstrook voor transmissiebedrading
7
Opening voor kabels
8
Label bedradingsschema
(op de achterkant van het deksel van de
besturingskast)
9
Aardingskabel
10
Afstandsbedieningskabel
Klemmenstrook voor bedrading tussen units (3)
N
L
-
Controleer de werking van de afvoer door te kijken naar
de afvoeraansluiting.
-
Schakel na het controleren van de afvoer de spanning uit,
verwijder het deksel van de besturingskast en maak de
voeding weer los van de klemmenstrook.
-
Bevestig het deksel van de besturingskast weer.
E
LEKTRISCHE BEDRADING
Algemene instructies
Alle lokaal aan te kopen onderdelen en materialen en de lokale
bedrading
moeten
beantwoorden
reglementeringen.
Gebruik uitsluitend koperen draden.
Raadpleeg het "Bedradingsschema" bevestigd op de unit voor
de elektrische bedrading van de buitenunit, binnenunits en
afstandsbediening. Raadpleeg de "Montagehandleiding van de
afstandsbediening" voor nadere details over het vasthaken van
de afstandsbediening.
Een erkend elektricien moet instaan voor de volledige
bedrading.
Monteer de aardlekschakelaar en de zekering op de
voedingsleiding.
Een hoofdschakelaar of een andere manier om te onderbreken,
met een contactscheiding in alle polen, moet voorzien zijn in de
vaste bedrading in overeenstemming met de toepasselijke
lokale en nationale wetgeving.
Denk eraan dat de unit automatisch start als de voeding na het
uitschakelen weer wordt ingeschakeld.
Dit systeem omvat meerdere binnenunits. Markeer elke
binnenunit als unit A, unit B, enz. Zorg ervoor dat de bedrading
van de klemmenstrook naar de buitenunit juist is. Als de
bedrading en de leidingen tussen de buitenunit en een
binnenunit niet juist zijn kan er een storing optreden in het
systeem.
Vergeet niet de airconditioner te aarden.
afbeelding
10.
aan
de
plaatselijke
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6