9. Overig
Filter
U kunt in uw telefoon een filter programmeren om signalering door een
beltoon bij inkomende oproepen gedurende een bepaalde periode te
deactiveren (middagpauze, belangrijke bespreking enzovoort).
1. Druk op de toets È/Ç.
2. Op het display verschijnt de melding Filter aan
3. Stel met de toetsen _/` de uren in.
4. Bevestig uw keuze met de toets #/I.
5. Stel met de toetsen _/` de minuten in.
6. Bevestig uw keuze met de toets #/I.
7. Op het display verschijnt de melding Filter uit
8. Stel met de toetsen _/` de uren in.
9. Bevestig uw keuze met de toets #/I.
10.Stel met de toetsen _/` de minuten in.
11.Bevestig uw keuze met de toets #/I.
Het filter is voor de ingestelde periode geprogrammeerd.
12.Op het display verschijnt de melding FILTER
13.Druk op de toets È/Ç om het filter uit te schakelen.
Pagina
16
.
.
.
nB
Filterkenmerken
U kunt aan bestaande items in de oproepenlijst een filterkenmerk toewijzen.
1. Druk op de toets _ of ` om de oproepenlijst te openen.
2. Selecteer met de toetsen _/` een telefoonnummer.
3. Druk op de toets Ñ/Ê.
4. Op het display verschijnt de melding Norm Vip Afw Bev
5. Selecteer met de toetsen _/` een kenmerk.
6. Druk nogmaals op de toets Ñ/Ê.
7. Druk op de toets S om naar de stand−bymodus terug te keren.
Het geselecteerde kenmerk bepaalt het gedrag als het filter ingeschakeld
is.
Tip: Niet−toegewezen items hebben de eigenschap BEV.
NORM: Als het filter ingeschakeld is, worden deze oproepen door 2 tonen
gesignaleerd. Items worden niet overschreven als het geheugen vol is.
VIP: Als het filter ingeschakeld is, worden deze oproepen door 4 tonen
gesignaleerd. Items worden niet overschreven als het geheugen vol is.
AFW: Als het filter ingeschakeld is, worden deze oproepen niet
gesignaleerd. Items worden niet overschreven als het geheugen vol is.
BEV: Als het filter ingeschakeld is, worden deze oproepen niet
gesignaleerd. Items worden overschreven als het geheugen vol is.
.
GEBRUIKS-
AANWIJZING