Overig
Alarm
U kunt in uw telefoon een alarm programmeren.
1. Druk op de toets Å/Ë.
2. Op het display verschijnt de melding Alarm uit
3. Selecteer met de toetsen _/` Alarm aan.
4. Bevestig uw keuze met de toets Å/Ë.
5. Stel met de toetsen _/` de uren in.
6. Bevestig uw keuze met de toets Å/Ë.
7. Stel met de toetsen _/` de minuten in.
8. Bevestig uw keuze met de toets Å/Ë.
Snooze
Als de alarmtijd bereikt is, drukt u op de toets R/Ì om na 9 minuten
opnieuw een alarm te horen. Druk op de toets Å/Ë en selecteer
Alarm uit om het alarm uit te schakelen.
Spraakberichten
De mogelijkheid, spraakberichten te ontvangen moet als dienst door uw
netwerkaanbieder worden vrijgeschakeld.
Als spraakberichten opgenomen zijn, verschijnt op het display een T.
Nadat de melding beluisterd is, verdwijnt het pictogram van het display.
GEBRUIKS-
AANWIJZING
.
nB
Terugbellen bij bezet
Tip: Deze functie kan door uw netwerkaanbieder worden beïnvloed.
1. Voer het telefoonnummer in en neem de hoorn op of druk op de
toets <.
2. Als de aansluiting bezet is, drukt u op de toets Æ/Í en verbreekt u de
.
verbinding
3. Zodra de deelnemer heeft opgehangen, wordt terugbellen gemeld.
4. Neem de hoorn op en de verbinding wordt opgebouwd.
Tip: Als u in de tussentijd een andere oproep beantwoordt, wordt de
functie Terugbellen bij bezet automatisch beëindigd.
9. Overig
Pagina
15