2.
Open de scannerklep.
3.
Reinig de scannerglasplaat en de stroken voor
documentinvoer met een zachte doek of spons die
is bevochtigd met een niet-agressief
reinigingsmiddel.
VOORZICHTIG:
aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of
tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer
omdat deze de printer kunnen beschadigen. Plaats
geen vloeistof direct op de glasplaat of achterplaat.
Ze kunnen in de printer lekken en deze
beschadigen.
OPMERKING:
Als u problemen hebt met stroken
op kopieën wanneer u de documenttoevoer
gebruikt, maak dan de kleine glasstrook aan de
linkerkant van de scanner schoon.
4.
Droog de scannerglasplaat en de witte plastic
onderdelen met een zeemleren spons of
cellulosespons om vlekken te voorkomen.
5.
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact en druk
op de aan-uitknop om de printer in te schakelen.
Resolutie-instellingen controleren
OPMERKING:
Volg deze stappen om de resolutie-instelling aan te passen:
1.
Navigeer van het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing
selecteer vervolgens het pictogram Scannen.
2.
Selecteer een van de volgende scanfuncties:
Scannen naar e-mail
●
Scannen naar netwerkmap
●
204 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Gebruik geen schuurmiddelen,
Als u de resolutie verhoogt, wordt het bestand groter en duurt het scannen langer.
Scannen
en
NLWW