7
Extra functies
7.1 Automatische vergrendeling/ontgrendeling van
de centrale vergrendeling via de ontsteking
Als uw auto beschikt over een automatische vergrendeling, is het mogelijk
de deuren van binnen automatisch te vergrendelen of te ontgrendelen. De
installatie is af fabriek zo ingesteld, dat ca. 10 sec na het inschakelen van de
ontsteking de centrale vergrendeling geblokkeerd wordt. De alarmcentrale
blijft gedeactiveerd. Als de ontsteking uitgeschakeld wordt, worden de deuren
zonder vertraging ontgrendeld. Deze functie kan uitgeschakeld worden (zie
hfst. 12 software-instelling).
In ieder geval kan de centrale vergrendeling via de handzender van binnen
vergrendeld en ontgrendeld worden.
Let op! Bij het vergrendelen via de handzender moet de ontsteking
ingeschakeld zijn. Anders wordt de alarminstallatie eveneens geactiveerd.
7.2 Paniekfunctie
De Magic Safe MS-650 beschikt over een paniekfunctie die het u mogelijk
maakt via de handzender een alarm af te laten gaan. Dit is bijzonder handig,
als u zich in een noodsituatie bevindt. Het noodalarm functioneert alleen bij
uitgeschakelde ontsteking.
Als u het noodalarm wilt inschakelen, drukt u ca. 3 sec op de blauwe toets.
Daarop klinkt de claxon resp. de aangesloten sirene en de alarmlichten knip-
peren. Als u nogmaals op de blauwe toets drukt, wordt het noodalarm weer
uitgeschakeld.
7.3 Comfortfuncties
Als het voertuig voorzien is van een comfortmodule, kunnen via de
handzender de ramen en het schuifdak gesloten worden en de kofferbak-
vergrendeling, het benzinedopslot, het lichtsignaal of de verwarming
aangestuurd worden.
Bij de juiste aansluiting (zie inbouwhandleiding) kunnen de comfortfuncties
apart via de grijze toets bediend worden. Hiertoe drukt u ca. 3 sec op de grijze
toets.
8
De duur van de aansturing kan geprogrammeerd worden tussen 10 en 25
seconden (zie software-instelling)
7.4 Uitschakelen van de alarminstallatie in
noodsituaties
Als zich de situatie voordoet, dat de handzender niet meer functioneert of als
u deze verloren hebt, opent u het voertuig met de sleutel.
De alarminstallatie zal direct reageren.
Om de alarminstallatie te deactiveren, handelt u als volgt:
7.5 Automatische scherpstelling
Onder automatische scherpstelling wordt verstaan het automatisch scherp-
stellen van de installatie na het verlaten van het voertuig. Hiertoe moeten de
ontsteking uit en de deuren gesloten zijn.
In de instelling af fabriek is de automatische scherpstelling niet actief (functie
1 - 1 = UIT zie hfst. software-instelling).
9