een 7 mm opening en bevestig de schakelaar, gebruik daarvoor de mee-
geleverde slotbout. Voer de bedrading naar de het stuurunit. Daar wordt de
twee-polige stekker in de hiervoor voorziene bus ingestoken.
6. Motorkap-contactschakelaar
Voor de installatie van de contactschakelaar moet een 8-mm-gat geboord
worden. Zorg ervoor, dat de afstand tot de gesloten motorkap minimaal 22
mm en max. 27 mm bedraagt. De minimum afstand kan kleiner gemaakt
worden door de schakelaar in te korten. Controleer na het installeren of de
schakelaar juist functioneert.
Bedrading
Het niet goed functioneren of schade aan componenten wordt herhaaldelijk
veroorzaakt doordat kabels niet juist gelegd of verbonden worden.
Het juist leggen en verbinden van kabels is essentieel voor langdurig fout-
loos functioneren van de componenten.
Let op de volgende punten:
-
Leg kabels altijd dusdanig, dat ze niet kunnen worden beschadigd.
Leg ze b.v. nooit over scherpe randen of vlak bij hete of bewegende
delen.
-
Leg kabels langs originele kabelbomen en verbind ze zo vaak mogelijk
met isolatietape of kabelbinders.
-
Als kabels gelegd moeten worden van het interieur van het voertuig
naar het motor- of bagagecompartiment, gebruik dan de bestaande
kabeldoorvoeren door de schotten.
22
Elektrische aansluitingschema
23