9. Gebruiksvoorschriften
9.1 Ingebruikname
•
Voor in gebruikname dient de afscheiderinstallatie altijd
gevuld te zijn met schoon water tot aan de uitlaat.
•
In de afscheider mogen zich geen zaken bevinden die
daar niet thuishoren, zoals gereedschap, puin, zand en
cementresten.
•
De putdeksels dienen goed sluitend opgelegd te zijn.
•
Bij de eerste in gebruikname dienen bij voorkeur
volgende personen aanwezig te zijn: de installateur,
de hoofdverantwoordelijke voor de afscheider en het
personeel wat verantwoordelijk is voor de lozingen op
de afscheider.
•
De installateur dient de eindgebruikers de handleiding
te overhandigen en eventueel aanvullende instructies te
geven over de bediening en het onderhoud.
•
Als aan bovenstaande zaken is voldaan kan de
afscheiderinstallatie in gebruik worden genomen en kan
er op de afscheider geloosd worden.
LET OP!
Bij het vullen van de olieafscheider met water dient de
vlotter met de hand omhoog getrokken te worden totdat
deze drijft.
Controleer altijd of de vlotter drijft, alvorens de afscheider
in gebruik te nemen.
GEVAAR!
Kans op ernstige verwondingen, uitglijden en vallen.
De putdeksels van de olieafscheiderinstallatie mogen
enkel geopend worden voor inspectie en onderhoud.
De afscheider is niet mantoegankelijk en het is verboden
in de afscheider af te dalen! In de afscheider bevinden
zich gevaarlijke gassen, oliën en vetten die de binnenzijde
van de afscheider zeer glad maken!
Zet bij geopende deksels de zone om de afscheider af,
zodat niemand per ongeluk in de openingen kan vallen.
9.2 Gebruiksvoorschriften
•
Het is niet toegestaan om: water, of vaste stoffen aan de
afscheider toe te voeren via de schachtopeningen.
•
Het is niet toegestaan om onderdelen aan de afscheider
te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen.
•
Het is verboden om de vlotter te verwijderen of haar
vrije werking op enigerlij wijze te belemmeren.
•
Voer geen grote hoeveelheden vloeibaar olie af via
afvoerputten en dergelijke, maar voer dit apart af.
•
De afscheider dient altijd voor inspectie en onderhoud
bereikbaar te zijn.
•
Het personeel wat verantwoordelijk is voor de lozingen
op de afscheider dient de inhoud van deze handleiding
goed te kennen. Wat betreft een juist gebruik en werking
van de afscheider is paragraaf 5.3 belangrijk.
•
Bij normaal gebruik, zie paragraaf 5.3, zal de af-
scheider naar behoren functioneren en heeft u er buiten
de vaste onderhoudsmomenten geen omkijken naar.
•
Mocht er toch sprake zijn van het niet aflopen van af-
voeren, dan verwijzen wij u naar paragraaf 11
"Mogelijke storingen, oorzaak en oplossing"
Handleiding Olieafscheiders en slibvangputten BETON type Euromal+ • Rioleringsmarkt.nl • 04.08.2015
10. Onderhoudsvoorschriften
10.1.1 Algemeen
Door de lozingen op de olieafscheider zal op termijn de
slib- en/of olieopslagcapaciteit bereikt worden en is de
afscheider verzadigd. Vanaf dat moment kan de afscheider
niet meer naar behoren functioneren. Om dit te voorkomen
zal de afscheider regelmatig geledigd moeten worden. Dit is
ook het geschikte moment om de afscheider te laten reini-
gen en inspecteren. Het is verplicht de lediging en reiniging
te laten doen door een erkend bedrijf met een vergunning
om de afscheiderinhoud af te mogen voeren.
Het onderhoud bestaat uit:
•
Inspectie van de werking voor lediging.
•
Lediging en afvoeren van de afscheiderinhoud.
•
Reiniging van de afscheider.
•
Inspectie van de afscheider.
•
In gebruik stellen van de afscheider.
•
Rapportage in het bedrijfslogboek.
TIP!
Neem een onderhoudscontract op uw olieafscheider-
installatie bij een gecertificeerd onderhoudsbedrijf. Dit
bedrijf heeft een vergunning in het kader van de wet WCA
(wet chemische afvalstoffen) en is gerechtigd de afschei-
derinhoud af te voeren. Verder zal dit bedrijf u adviseren
en periodiek uw afscheider reinigen en inspecteren. Zo
heeft u geen omkijken naar uw afscheider en voorkomt u
vervelende verassingen.
Het onderhoudsbedrijf kan volgende verantwoordelijkhe-
den van u overnemen:
•
Periodieke inspectie van de afscheiderinstallatie op
functionaliteit, werking en evt. gebreken.
•
Vaststellen van de ledigingsfrequentie.
•
Het ledigen en afvoeren van de afscheiderinhoud.
•
De reiniging en het vullen met schoon water.
•
Rapportage van de werkzaamheden en bevindingen
in een bedrijfslogboek.
•
Eventueel bemonsteren en analyseren van het
gezuiverde water.
•
Het geven van advies inzake het gebruik van de
afscheider.
Belt u gerust onze serviceafdeling voor het adres van een
erkend onderhoudsbedrijf bij u in de buurt.
10.1.2 Onderhoudsfrequentie
•
De eerste lediging zal na ongeveer 1 maand moeten
gebeuren. Na meting van de hoeveelheden opgeslagen
olie en slib, kan de reinigingsfrequentie vastgesteld
worden. De olie- en slibopslagvolumes staan vermeld
op het typeplaatje in de toegangsschacht aan de uitlaat
zijde.
•
Indien door overheden niet anders is bepaald dient de
olieafscheiderinstallatie minimaal 1x per half jaar
geledigd en geïnspecteerd te worden.
•
De olieafscheiderinstallatie dient te allen tijde minimaal
4x per jaar geïnspecteerd worden op werking, be-
schadigingen en bereikte olie- en slibopslag.
•
Als algemene vuistregel geldt dat lediging moet ge-
beuren als 50% van de slibvangruimte gevuld is met
slib en/of de oliedrijflaag is aangegroeid tot een dikte
van 80% van de max. laagdikte (zie typeplaatje).
•
Bij klasse I olieafscheiders moet het coalescentiefilter
gereinigd worden indien er voor en na het filter er een
waterniveau verschil is van meer dan 5 cm.
Pag. 15