Spelen met verschillende tonen
Lagen van twee tonen
Volg de volgende procedure om lagen van twee tonen
aan te brengen zodat die op hetzelfde moment klinken.
1.
Druk op de LAYER toets.
2.
Gebruik de u en i pijltoetsen om "LAYER"
weer te geven.
3.
Selecteer de hoofdtoon.
• Gebruik de q en w pijltoetsen om "U1" (Upper 1)
te selecteren en druk dan op de ENTER toets.
U 1
4.
Selecteer een toon en druk dan op de
ENTER toets.
• Zie "Selecteren en spelen van een toon" op pagina
NL-10 voor meer informatie over het selecteren van
een toon.
5.
Selecteer de gelaagde toon.
• Gebruik de q en w pijltoetsen om "U2" (Upper 2)
te selecteren en druk dan op de ENTER toets.
U 2
6.
Selecteer een toon en druk dan op de
ENTER toets.
7.
Sla een klaviertoets aan.
• De tonen klinken tegelijkertijd.
NL-18
8.
Om de lagen te annuleren en over te
schakelen naar een enkele toon (Hoger 1),
drukt u op de LAYER toets of EXIT toets.
• Bij enkele malen indrukken van de LAYER toets
wordt er beurtelings omgeschakeld tussen ongelaagd
(één toon) en gelaagd (twee tonen).
• Bij het activeren van de duetfunctie (pagina NL-16) of
de duet-pan functie wordt de lagenfunctie
uitgeschakeld.
• Configureren van lageninstellingen wordt niet
ondersteund in geval van opname op Spoor 2 van de
MIDI-recorder.
Instellen van de volumebalans tussen
twee gelaagde tonen
1.
Houd de LAYER toets ingedrukt totdat het
onderstaande scherm verschijnt.
2.
Gebruik de q en w pijltoetsen om "Layer
Balance" te selecteren.
L a y e r B a l a n c e
3.
Gebruik de u (–) en i (+) pijltoetsen om de
volumebalans tussen de lagen in te stellen.
• –1 of lager: Het volume van de Hoger 1 toon wordt
verhoogd.
+1 of hoger: Het volume van de Hoger 2 toon wordt
verhoogd.
0: Het volume van Hoger 1 en Hoger 2 is hetzelfde.
• Het instelbereik loopt van –24 t/m +24.
4.
Om terug te keren naar het scherm waar u
was voordat stap 1 van deze procedure werd
uitgevoerd, drukt u op de EXIT toets.