Code
Bericht
14B
Service tijd
Aanvriezing
15B
verdamper
Storing
16B-18B
compressor
De compressor
19B
is uigeschakeld
De compressor
20B
is uitgescha-
keld
Storing
21B-94B
compressor
Lage e ciëntie
95B
van de warmt-
ewisselaar
Communicatie
96B-98B
fout
Storing
100B-111B
compressor
Waterpomp /
112B
batterij alarm
HP warmt-
113B, 114B
ewisselaar niet
gekalibreerd
Storing
117B-122B
compressor
Communicatie
123B-125B
fout
127B
Service modus
Storing toevo-
1A, 2A
erlucht tempe-
ratuur sensor
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
RHP Pro2_user_manual_23-05
Mogelijke oorzaak
Tijd voor jaarlijks periodiek onder-
houd.
Ontdooiing van de verdamper-
warmtewisselaar is mislukt.
Compressor is oververhit of draait
niet.
Warmtepomp gestopt door onvol-
doende luchtstroom (zie hoofdstuk
"Warmtepomp").
De warmtepomp werkt niet wan-
neer de buitentemperatuur tussen
15°C en 20°C ligt (zie hoofdstuk
"Warmtepomp").
De warmtepomp werkt niet of is
defect.
1. Het rendement van de warm-
tewisselaar is gedaald als gevolg
van ongunstige temperatuur- of
vochtigheidsomstandigheden.
2. Eén of twee defecte temperatuur-
sensoren in de kast.
3. Luchtmenging tussen verschillen-
de stromen.
De printplaat van de warmtepomp
is buiten werking of de aansluiting
is defect.
Er is een alarmsignaal ontvangen
van de frequentieomvormer van de
compressor.
Signaal van de waterstroomsensor
of circulatiepomp ontvangen (Zie
"Bewaking waterdebiet").
Kalibratie van de HP-warmtewisse-
laar niet uitgevoerd of niet ge-
slaagd.
De warmtepomp werkt niet of is
defect.
Geen communicatie met de frequ-
entieomvormer van de warmte-
pompcompressor.
Tijdelijke speciale bedrijfsmodus die
alleen kan worden geactiveerd door
een onderhoudsspecialist.
Niet aangesloten of defecte toevo-
erluchttemperatuursensor.
Acties van de gebruiker
Wis het bericht na het uitvoeren van periodiek onder-
houd.
1. Voer een handmatige ontdooiing van de warmte-
pomp uit (Zie 4.7.1.)
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmt-
epomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Verhoog de luchthoeveelheden.
De warmtepomp start automatisch zodra de buiten-
temperatuur verandert.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmt-
epomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Het bericht verdwijnt automatisch wanneer de
luchttemperatuur of -vochtigheid verandert en het
rendement toeneemt.
2. Controleer de metingen van de temperatuursen-
soren. Als een sensor moet worden vervangen, neem
dan contact op met een bevoegde serviceverte-
genwoordiger.
3. Controleer de kastdeur op dichtheid en of alle pak-
kingen of afdichtingsvoegen intact zijn.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmt-
epomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmt-
epomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Controleer of er voldoende water in het systeem aa-
nwezig is en of de circulatiepomp en de watermeng-
kleppen werken.
Controleer de kastdeur op dichtheid, controleer op
obstakels in het kanaalsysteem en controleer of de
luchtbehandelingskast de in de COMFORT 1-modus
aangegeven luchthoeveelheid kan bereiken. Herhaal
de kalibratie handmatig.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmt-
epomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmt-
epomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Als de kast eerder is gerepareerd, neem dan contact
op met de persoon die de kast heeft gerepareerd om
er zeker van te zijn dat de servicemodus kan worden
uitgeschakeld. De servicemodus wordt uitgeschakeld
door een bericht te verwijderen.
Controleer of de sensor is aangesloten. Als een sensor
moet worden vervangen, neem dan contact op met
een bevoegde servicevertegenwoordiger.
49