5
ULTRA-DI PRO DI4000 Gebruiksaanwijzing
1.3 Bedieningselementen
De BEHRINGER ULTRA-DI PRO toont vier identiek gebouwde kanalen.
De bedieningselementen, zoals hier onder wordt beschreven, zijn identiek voor
alle kanalen.
(6)
(1)
(2)
(3)
(4)
Fig. 1.1: De bedienings- en weergave-elementen op het voorpaneel
(1) UITGANG. Dit is een gebalanceerde uitgang van de ULTRA-DI PRO.
De aansluiting moet via een gebruikelijke, gebalanceerde kabel van hoge
kwaliteit worden uitgevoerd.
(2) De +20 dB-toets verhoogt het uitgangsniveau met 20 dB.
(3) Met de HOOG-AFSNIJ-toets wordt de hoogte met 8 kHz (6 dB/Oct) verlaagd.
(4) Met de FASE TERUG-toets, wordt de fase van het invoersignaal met
180° omgedraaid.
(5) Met de AARDING OPHEF-toets kunt u de aarding van de ingang en de
uitgang op elkaar aansluiten of van elkaar scheiden. Afhankelijk van de
aarding van het aangesloten apparaat, is het mogelijk om zoemgeluiden
of slepen van de aarding achterwege te laten. Wanneer in de AAN-positie,
dan is de aardingsaansluiting onderbroken.
◊
Alvorens op een luidspreker aan te sluiten, zorg altijd dat de AARDING
OPHEF-toets in de AAN-positie is gebracht (geen aarding-aansluiting).
Op deze manier kunt u een kortsluiting van de versterkersuitgang
voorkomen. De tip van de ingangscontactbus moet tevens
aangesloten worden met de rode mark van de luidsprekeraansluiting.
Hierbij mag de metalen huls van de DI4000 niet in contact zijn met
andere apparaten.
(6) De meter van het UITVOERNIVEAU toont het uitvoerniveau binnen het
gebied van -24 dB tot +18 dB.
(7) Met de VERMOGEN stoets begint u met de bediening van de ULTRA-DI PRO.
(11)
Afb. 1.2: De elementen van de ULTRA-DI PRO op het achterpaneel
(7)
(5)
(12)
(13)
(8)
(9)
(10)
(8) SCHAKEL. Dit is de ongebalanceerde parallelle uitgang van de
UTLRA-DI PRO, die op de ingang van de achterlijn of de controleversterker
zijn aangesloten.
(9) INGANG. Dit is een 6,3 mm buscontact die als aansluiting van de
signaalbron functioneert.
(10) en (13) De -20 dB VERZWAKKING Stoetsen zorgen voor een beduidende
vergroting van het bewerkingsgebied van de ULTRA-DI PRO, van het lage
signaalniveau van een gitaar tot de luidsprekeraansluitingen van een PA
eindtrap. Wanneer beide knoppen ingedrukt zijn, vindt er een verlaging van
40 dB plaats.
◊
Maak alleen maar gebruik van de -20 dB toets, als u er zeker van bent
dat de ULTRA-DI PRO "afsnijdt", of te wel over-bestuurd, en niet de
microfoonversterker. Werk altijd met weinig verzwakking, om zo een
optimale ruisafstand te verkrijgen.
(11) ZEKERINGHOUDER/SPANNING-selecteerder en STOOMAANSLUITING.
Alvorens het apparaat aan te sluiten, raden het wij u aan om te controleren
of de Voltage-indicator overeen komt met de netspanning. Bij het
verwisselen van de zekering moet u gebruik maken van dezelfde soort.
Gebruik de bijgeleverde stroomkabel om het apparaat aan te sluiten op
de stroomtoevoer.
(12) Voor een maximale flexibiliteit is de ULTRA-DI PRO voorzien van een
ongebalanceerde XLR-ingang, voor het aansluiten van de signaalbron.
2. Audio-Aansluitingen
De audio-aansluitingen van de BEHRINGER ULTRA-DI PRO zijn geheel
gebalanceerd gebouwd en uitgevoerd als XLR-aansluitingen. Als u de
mogelijkheid heeft, om een gebalanceerde signaalleiding met andere apparaten
te creëren, dan moet hier van gebruik maken, om zo een maximaal ruissignaal
te bereiken.
Unbalanced use of mono ¼" jack plugs
strain relief clamp
sleeve
tip
sleeve
(ground/shield)
tip
(signal)