Koelingslucht
▷ Voor het koelen van de onderdelen van de brander
▷
bij uitgeschakelde brander moet afhankelijk van
de oventemperatuur een bepaalde hoeveelheid
lucht stromen.
Débit d'air secondaire / d'air froid pour le brûleur
6
5
4
3
2
1
0
700 800 900 1000 1100 1200 1300 1400
* Les débits d'air froid mesurés en mètres cubes
▷ Diagram: de relatieve hoeveelheid lucht in pro-
▷
normalisés sont traduits en pourcentages.
centen, gerelateerd aan de hoeveelheid lucht bij
nominaal vermogen van de betreffende uitvoering,
kan in het diagram gevonden worden. Voor war-
me lucht (450°C) zijn de gegevens op de rechter
as gerelateerd aan de normhoeveelheid lucht bij
nominaal vermogen.
▷ De luchtventilatie ingeschakeld laten, tot de oven
▷
afgekoeld is.
Instellingen vastzetten en noteren
1 Meetlijst maken.
2 Brander op min. capaciteit zetten en de instelling
controleren.
Brander meerdere keren op kleine en grote stand
zetten en daarbij de ingestelde drukken, de rook-
gaswaarden en het vlammenbeeld controleren.
4 Meetapparatuur verwijderen en aansluitflens slui-
ten – bevestigingsschroeven vastdraaien.
5 Instelorganen vastzetten en verzegelen.
6 Vlamstoring opwekken, bijv. stekker van de io-
nisatiepen trekken, het vlamrelais moet de gas-
veiligheidsklep sluiten en storing melden.
7 In- en uitschakelprocessen een paar keer herhalen
en daarbij de branderautomaat observeren.
8 Overdrachtsrapport opstellen.
GEVAAR
Door een ongecontroleerde verandering van de in-
stelling op de brander kan de gas-lucht-verhouding
ongecontroleerd veranderen waardoor er onzekere
bedrijfstoestanden kunnen ontstaan: ontploffings-
gevaar bij CO-vorming in de branderkamer! CO is
reukloos en giftig!
BIO
12
10
BIO..K
8
6
4
BIO..KB..E
2
0
Oventemperatuur [°C]
Onderhoud
Aanbevolen wordt een halfjaarlijkse controle op
goede werking.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar! Uitstromende rookgassen en
branderonderdelen zijn heet.
1 Ionisatie- en ontstekingskabel controleren!
2 Ionisatiestroom meten.
▷ De ionisatiestroom moet minimaal 5 µA bedragen
▷
en mag niet schommelen.
Installatie spanningsvrij maken.
4 Gas- en luchttoevoer afsluiten – instellingen van
de restrictie-elementen niet veranderen.
Ontstekingselektrode en ionisatiepen
controleren
5
▷ Erop letten, dat de lengte van de elektrode on-
▷
veranderd blijft.
7 Verontreiniging op elektroden of isolatoren ver-
wijderen.
2
1
8 Is de ster
4
of de isolator
trode vervangen.
▷ Voor het vervangen van de elektrode de totale
▷
lengte L meten.
9 De nieuwe elektrode met de splitpen
bougie
1
verbinden.
10 Bougie en elektrode op de gemeten totale lengte
L instellen.
11
▷ Het invoegen van de elektrode in het brander-
▷
element wordt door de bougie te draaien ver-
gemakkelijkt.
NL-12
Z
+ A –
I
6
3
L
beschadigd, de elek-
12
4
2
met de