8.5. Onderhoud
8.5.1. Wekelijkse controles:
-
controleer visueel de staat van de elektrische elementen en vervang ze door identieke elementen als ze
beschadigd zijn
-
draai de schroeven van de elektrische verbindingen en elementen goed vast
-
controleer de staat van de elektrische kabels, eventuele stekkers en verlengsnoeren. Vervang ze door identieke
exemplaren als ze beschadigd zijn
-
controleer of de aardkring niet onderbroken is en meet de weerstand
-
verwijder stof en vuil van alle elektrische elementen en onderdelen. Maak hierbij gebruik van een zachte borstel.
8.6. Veiligheidsvoorschriften
-
Bij montage, inbedrijfstelling, reparaties en onderhoud van de elektrische installatie, moet u zich houden aan alle
geldende normen en veiligheidsvoorschriften.
-
Voordat u werkzaamheden of controles uitvoert aan de elektrische installatie en motor, moet de machine worden
uitgeschakeld en losgekoppeld van de stroomtoevoer.
-
Bij werkzaamheden die alleen kunnen worden uitgevoerd als de machine onder spanning staat, zoals het meten
van de stroom, spanning of fasevolgorde, dient men extra veiligheidsvoorschriften in acht te nemen. Deze
werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door speciaal hiervoor opgeleid personeel met de juiste
kwalificaties.
Bij deze werkzaamheden moet gebruik worden gemaakt van speciale gereedschappen met geïsoleerde
handgrepen en andere beschermende middelen.
Aanpassen van het elektrische gedeelte zonder toestemming van Huberts bv is verboden, aangezien dit gevaar op kan leveren
voor de veiligheid!
8.6.1. V
OORZIENINGEN OM HET PERSONEEL TE BESCHERMEN TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN
a.
Alle actieve delen bevinden zich in het binnenste van de machine. Het personeel kan hierdoor niet rechtstreeks in
contact komen met de elementen die onder spanning staan: EN 60204 § 6.2.1.
b.
Alle actieve delen zijn afgeschermd zodat het personeel deze niet kan aanraken: EN 60204 § 6.2.2.
c.
De buitenste aansluitpunten, waarmee het personeel in contact zou kunnen komen, zijn compleet geïsoleerd,
zodat direct contact met de blanke delen uitgesloten is: EN 60204 § 6.2.2.
d.
Voor het stuurstroomcircuit wordt een laag voltage van 24V gebruikt.
e.
Om ombedoeld inschakelen van de machine bij schade aan de isolatie van de stuurstroomkring te voorkomen, is
een tak van deze kring verbonden met de aarde: EN 60204 § 8.4.
f.
Alle geleidende delen die niet onder spanning staan, zijn aangesloten op de aarde, conform EN 60204-1 § 5.2,
§ 8.2 en EN 60445, ter bescherming van het personeel als bij beschadigde isolatie delen die onder spanning
hiermee in contact komen. De machine is geaard via de aardklem met de aansluitkabel. De aansluiting moet
regelmatig gecontroleerd worden.
Het is verboden de machine aan te sluiten op de stroomvoorziening voordat de aardklemmen zijn verbonden met de aarde
volgens punt 8.2.1. en is gecontroleerd of de aarde goed aangesloten is!
Controleer regelmatig of de aarde overal goed aangesloten is en de specificaties overeenkomen met hetgeen is vermeld bij
punt 8.2.1.
-16-