Montage-instructies
Luchttoevoer en luchtafvoer
Voor de luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen moeten de genoem-
de afmetingen aangehouden worden.
Anders slaat de compressor vaker
gedurende steeds langere tijd aan.
Daardoor stijgen het energieverbruik
en de temperatuur van de compres-
sor. Deze kan beschadigd raken.
Houd dus beslist de aangegeven af-
metingen voor de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen aan.
De lucht bij de achterwand van het ap-
paraat wordt warm. Daarom moet de
meubelombouw zodanig zijn geconstru-
eerd dat een goede luchttoevoer en
luchtafvoer gewaarborgd zijn. Zie
hoofdstuk: "Inbouwmaten".
– De lucht wordt via de sokkel toege-
voerd en bovenaan aan de ach-
terkant afgevoerd .
70
– Voor de luchttoevoer en luchtafvoer
moet aan de achterkant van het ap-
paraat een luchtafvoerkanaal worden
geplaatst dat minstens 40 mm diep
is.
– De luchttoevoer- en luchtafvoerope-
ningen in de sokkel, in de inbouwkast
en onder het plafond moeten over de
hele breedte minstens 200 cm² groot
zijn, zodat de warme lucht ongehin-
derd weg kan stromen.
Wilt u in de luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen ventilatieroosters zet-
ten, dan moet de opening voor lucht-
toevoer en -afvoer groter dan
200 cm² zijn. 200 cm² is de som van
de doorsnede van de openingen in
het rooster.
– Belangrijk! Hoe groter de luchttoe-
voer- en luchtafvoeropeningen zijn,
des te minder energie gebruikt het
apparaat.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope-
ningen mogen niet worden afgedekt
of geblokkeerd. Bovendien moeten
ze regelmatig stofvrij worden ge-
maakt.