Aandrijfrollen vervangen
WAARSCHUWING
Voordat aandrijfrollen worden geplaatst of vervangen moet
eerst het lasapparaat worden uitgeschakeld.
CITOLINE i250, CITOLINE i300 is uitgerust met
aandrijfrol V0.8/V1.0 voor staaldraad. Voor anderen
draadtype of / en diameter, de juiste aandrijfrollen kit kunt
u vinden in ʺAccessoriesʺ hoofdstuk en volg de instructies:
Schakel de ingaande stroom UIT.
Ontgrendel de twee rollen door het verdraaien van de
twee Quick-Change Carrier Gears [38]
Haal met de hendels [39] de druk van de drukrollen.
Vervang de aandrijfrollen [37] door exemplaren die
geschikt zijn voor het te gebruiken type lasdraad.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de bekleding van de toorts en de contacttip
ook geschikt zijn voor het gekozen draadformaat.
WAARSCHUWING
Voor draden met een doorsnee van meer dan 1,6mm
moeten de volgende onderdelen worden verwisseld:
De geleidebuis van de aanvoerconsole [35] en [36].
De geleidebuis van de Euro-aansluiting [34].
Vergrendel twee nieuwe rollen door het verdraaien van
de twee Quick-Change Carrier Gears [38]
Steek de draad door de geleiderbuis over de rol en de
geleiderbuis van de Euro-aansluiting heen en in de
bekleding van het pistool. De draad kan handmatig een
paar centimeter in de bekleding worden gedrukt en
moet gemakkelijk aanvoeren zonder enige kracht.
Vergrendel de hendel [39] van de drukrol.
38
36
37
Afbeelding 7
Nederlands
39
34
35
Gasaansluiting
De gascilinder moet voorzien zijn van een geschikt
reduceerventiel. Als een gascilinder met reduceerventiel
stevig is geplaatst, sluit u de gasslang aan tussen het
reduceerventiel en inlaat van het lasapparaat.
De lasmachine is geschikt voor alle gebruikelijke
beschermgassen, zoals kooldioxide, argon en helium tot
een druk van maximaal 5,0 bar.
Transporteren en hijsen
Ontoereikende apparatuur kan letsel en
schade aan het apparaat veroorzaken.
Let bij hijsen en transport met een kraan op het volgende:
De lasstroombron is exclusief de oogbout die kan
worden gebruikt voor het ophijsen en transporteren van
het apparaat.
Gebruik bij het hijsen hijsmiddelen met voldoende
capaciteit.
gebruik bij het hijsen en transporteren een 'travers' en
minimaal twee hijsbanden.
Hef de stroombron alleen zonder gascilinder, koeler en
draadaanvoer en/of enig ander toebehoren.
16
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Afbeelding 8
Nederlands