8b Is de elektrode
4
of de isolator
de elektrode vervangen.
2
1
BIC 80 / 100
8c Is de elektrode
4
of de isolator
de elektrode vervangen.
1
BIC 80 / 100 / 140
▷ Voor het vervangen van de elektrode de totale
lengte L meten.
9 De nieuwe elektrode met de
bougie
verbinden.
0 Bougie en elektrode op de gemeten totale leng-
te L instellen.
11
▷ Het invoegen van de elektrode in het brander-
element wordt door de bougie te draaien ver-
gemakkelijkt.
Brander controleren
13
14
15
16
beschadigd,
3
L
beschadigd,
Lorem ipsum
4
2
3
L
spanstift
met de
12
▷ Als het branderelement gedemonteerd wordt,
moet de afdichting van de aansluitflens worden
vervangen.
7 Branderelement op een veilige plaats neerleggen.
4
▷ Al naar gelang de mate van vervuiling en slij-
tage: ontstekings-/ionisatie-elektrodenstaaf en
spanstift tijdens de onderhoudswerkzaamheden
wisselen – zie pagina 11 (Ontstekingselektrode
en ionisatiepen controleren).
8 Branderkop op verontreiniging en thermische
scheuren controleren.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar! Branderkoppen zijn scherp.
▷ Bij het vervangen van brandercomponenten:
om koude lassen op schroefverbindingen te
voorkomen de betreffende verbindingsplaatsen
met keramiekpasta insmeren – zie pagina 14
(Toebehoren).
9 Stand van de elektroden controleren.
▷ De isolator moet met de voorkant van de bran-
derluchtschijf afsluiten.
▷ Afstand ontstekingselektrode t.o.v. aardpen of
gaspijpstuk: 2 ± 0,5 mm (0,08 ± 0,02").
0 Bij afgekoelde branderkamer, door de ovenflens
de keramische buis controleren.
NL-12