3
Start de verbindingswizard.
Markeer Verbindingswizard en druk op 2
om de verbindingswizard te starten.
4
Kies een verbindingstype.
Markeer FTP-upload en druk op 2.
5
Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die verschijnt in de lijst
met profielen zoals beschreven op pagina
19 en druk op J (om de standaardnaam te
gebruiken, drukt u op J zonder wijzigingen
te maken). Profielnamen kunnen maximaal
16 tekens lang zijn.
6
Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
• Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de IP-
adressen automatisch te verstrekken.
• Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid.
61
FTP