Inhoudsopgave
Advertenties
14
4. Netwerkverbinding
4. Netwerkverbinding
Verbinding maken met een LAN
Ga als volgt te werk om het apparaat op een lokaal netwerk aan te sluiten:
1. Sluit een RJ45-kabel aan op de betreffende poort op het apparaat en op de LAN-switch
of -router.
2. Open het OSD-menu Overige instellingen > Afstandsbediening inst. en selecteer
LAN.
3. Open het volgende OSD-menu Overige instellingen > Netwerk instellingen.
Als u binnen een DHCP-omgeving werkt, selecteert u DHCP > Uitvoeren en drukt u op
ENTER. Als u klaar bent, worden de instellingen voor IP adres, Subnet mask,
Standaard gateaway, Primaire DNS en Secundaire DNS weergegeven.
Als u niet binnen een DHCP-omgeving werkt, selecteert u Handmatig > Uitvoeren en
drukt u op ENTER. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor informatie over de
instellingen van IP adres, Subnet mask, Standaard gateaway, Primaire DNS en
Secundaire DNS en voer de betreffende gegevens in.
4. Sla de instellingen op en ga terug naar het vorige menu door Uitvoeren te markeren en
op ENTER te drukken op de afstandsbediening.
Het beeldscherm besturen
Als u het IP-adres voor het beeldscherm kent en het beeldscherm is ingeschakeld of op stand-
by staat, kunt u met elke computer in hetzelfde lokale netwerk het beeldscherm besturen.
Opmerking
• U kunt het beeldscherm niet besturen via de RS-232C-aansluiting als de LAN-besturing in
gebruik is.
• LAN-regeling is wellicht niet beschikbaar als op het beeldscherm een controller is
aangesloten die compatibel is met de norm OPS (Open Pluggable Specification).
• Het wordt aangeraden om als browser Internet Explorer 7.0 of hoger te gebruiken.
1. Voer in de adresbalk van de browser het IP-adres in van het apparaat en druk op Enter.
De instellingspagina verschijnt.
• INFORMATION (INFORMATIE): Toont informatie over het apparaat. Dit dient uitsluitend
ter informatie.
• PICTURE & SOUND (BEELD EN GELUID): Levert opties om beeld en geluid aan te
passen.
• SCREEN (SCHERM): Levert opties die te maken hebben met beeldaanpassingen.
• SETTING (OVERIGE INSTELLINGEN): Levert opties voor geavanceerde
beeldaanpassingen.
• SCHEDULE (ROOSTER): Stelt in wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld.
• MAIL REPORT (MAILRAPPORT): Levert opties om e-mailaccounts in te stellen om status-
of foutrapportages te ontvangen die door het apparaat zijn verzonden.
• NETWORK (NETWERK): Levert opties om handmatig het IP-adres van het apparaat in te
stellen of om een IP-adres van een DHCP-server op te halen.
Advertenties
Inhoudsopgave
