Uitwendig rooster
7.
Breng drie van de verende klemmen aan op de posities op het uitwendige rooster.
8.
Breng het uitwendige rooster aan. Het rooster is een schuifpassing. Als het wenselijk is deze met schroeven te bevestigen, boor dan de
drie schroefgaten uit van binnenuit naar de buitenkant van het uitwendige rooster met een Ø4mm boor. Bevestig het uitwendige rooster
aan de ventilatiebuis met drie 3,5mm x 32mm PoziDriv® zelftappende pancilinderplaatschroeven Formulier C volgens DIN 7981C ~NEN-
EN-ISO 7049 A4 RVS.
9.
Het uitwendige rooster heeft ook een oppervlak waarop kit kan worden aangebracht om de onderzijde van de flens van het uitwendige
rooster af te dichten tegen het oppervlak van de buitenafwerking van het gebouw.
7
8
Uitwendig rooster, schroefgaten en afdichtgroef
8
9
9