Servicemenu
In het servicemenu kunnen externe sensoren worden geconfigureerd en andere parameters van de regelaar worden ingesteld; het menu
is gebaseerd op de knoppen en de LED's. U komt in het servicemenu door de twee linkerknoppen ten minste vijf seconden lang vast te
houden. Eenmaal in de servicemodus, zullen alle drie de LED's aan de linkerkant (dwarsventilatie, warmteterugwinning en fout) worden
geactiveerd, ze gaan ofwel knipperen ofwel ze lichten permanent op. D.m.v. deze drie LED's kan het momenteel actieve servicemenu worden
vastgesteld. In de servicemodus kan met de twee linkerknoppen door de verschillende instellingen van het servicemenu worden genavigeerd.
Met de rechterknoppen wordt de geselecteerde parameterwaarde gewijzigd. D.m.v. de drie LED's aan de rechterkant wordt de waarde van
de momenteel geselecteerde parameter aangegeven. Elke combinatie van LED's staat voor een parameterwaarde zoals aangegeven in
onderstaande tabel.
Wanneer een waarde is bewerkt, moet die eerst worden opgeslagen, teneinde van kracht te worden. Om de bewerkte waarde op te slaan
moet de knop linksboven drie seconden lang vastgehouden worden. Het opslaan wordt bevestigd doordat de LED's aan de rechterkant gaan
knipperen.
U gaat uit het servicemenu door de onderste linkerknop drie seconden lang vast te houden. De regelaar schakelt daarna terug naar de
weergave voor normaal bedrijf. Wanneer er gedurende twee minuten niet op een knop wordt gedrukt, dan gaat de regelaar terug naar de
weergave voor normaal bedrijf.
De verschillende parameters in het servicemenu staan vermeld in de onderstaande tabel.
Aantal
1
2
3
4
5
18
Waarde
5
1
1
2
0
3
1
4
0
5
1
6
0
7
1
LED
Display
Menu
Aantal sensoren
1
AAN
1 = geen sensoren (standaard)
2 = 1 sensor
2
AAN
3 = 2 sensoren
3
UIT
4 = 3 sensoren
5 = 4 sensoren
Looptijd van slaaptimer, min.
1
1=15
AAN
2=30
2
AAN
3=45
3
KNIPPEREN
4 = 60 (standaard)
5=120
Ventilatorsnelheid in de slaapstand
1
AAN
1 = UIT (standaard)
2 = snelheid 1
2
UIT
3 = snelheid 2
3
AAN
4 = snelheid 3
5 = snelheid 4
Looptijd van perioden van intensieve ventilatie, min.
1
AAN
1=15
2=30
2
KNIPPEREN
3=45
3
AAN
4 = 60 (standaard)
5=120
Looptijd van dwarsventilatie, uren
1
UIT
1 = permanent (standaard)
2=4
2
AAN
3=8
3
AAN
4=12
5=24
Nummer LED
6
7
0
0
1
0
1
0
0
1
0
1
1
1
1
1